Top 35 Runner’s World Lage landen marathonranglijst 2019

Net als vorig jaar was het ook dit jaar weer uitkijken naar het Februari nummer van Runner’s World NL/BE om te kijken hoe het er in marathonland aan toe gegaan was in het afgelopen jaar en op de hoeveelste plaats we onszelf zouden vinden.

De opwaartse curve werd ook deze keer volgehouden al wordt het steeds moeilijker om nog plaatsjes te winnen. Daar waar ik vorig jaar nog op de 50e plaats stond, legde ik nu beslag op de 34e plaats, zowaar 16 plaatsen winst.

Een vergelijking van het aantal lopers vermeld in de Runner’s World marathonlijst over de laatste drie jaar, leert ons dat er systematisch meer mannen en vrouwen in slagen om een marathon respectievelijk onder 3 uur dan wel 4 uur te lopen en dat zowel in Nederland als in België. Ik denk dat we er dus mogen vanuit gaan dat de marathonsport nog steeds aan populariteit wint in de Lage landen. Opvallend is dat bij de mannen de Nederlanders na een status quo jaar ons in aantal weer voorbijsteken, al zijn de aantallen tussen de twee landen zeer vergelijkbaar. Een heel ander verhaal zien we bij de dames, waar de Nederlandse vrouwen duidelijk meer vertegenwoordigd zijn met een gelijklopende stijgende tendens in beide landen de laatste drie jaar. De Belgische vrouwen hebben hier iets goed te maken.

Tot slot maakte ik me de bedenking dat de limieten voor mannen en vrouwen – respectievelijk 3 uur en 4 uur – toch vrij ver uit elkaar lagen. Ik was benieuwd of er éénzelfde aantal lopers zou zijn uit beide groepen als de limieten vergelijkbaar waren. Daarom heb ik me gebaseerd op de respectievelijke WR bij de mannen (02:01:39, Eliud Kipchoge) en vrouwen (02:14:04, Brigid Kosgei) en via een simpele regel van drie berekend wat het equivalent is bij de vrouwen voor een tijd van 3 uur bij de mannen: 3u18m22s. Het aantal vrouwen dat er in slaagt om deze tijd te lopen is zowel in België als Nederland stijgend, maar de aantallen liggen beduidend lager dan bij hun mannelijke collega’s. De Nederlandse vrouwen doen het opnieuw iets beter. Conclusie is dat we dringend op zoek moeten naar snelle vrouwen die het evenwicht kunnen herstellen.

Laat ons tot slot nog eens inzoomen op de prestaties van de Belgische mannen en vrouwen.

Bij de mannen neemt Bashir Abdi met een nieuw Belgisch record de fakkel over van Koen Naert, die de laatste twee jaar de lijst aanvoerde. Beiden schuiven systematisch dichter naar de absolute wereldtop en ze maken de kloof met de nummer drie groter. In het algemeen wordt er over de hele lijn sneller gelopen, maar zeker in de top 5. Ter ondersteuning van deze vaststelling, met mijn tijd van 2:29:15 word ik dit jaar 34e (2019), maar voorgaande jaren zou ik een stuk dichter eindigen in de lijst, respectievelijk 23e (2018) en 20e (2017).

Bij de vrouwen zien we een ander beeld. Daar treedt eerder een nivellering op in de top 5 en zelfs top 10, met toptijden die zelfs iets achteruit gaan in sommige gevallen. Nina Lauwaert blijft ook dit jaar de Belgische koningin van de marathon. Verder is er ook bij de vrouwen een algemene sneller tendens die zeer gelijklopend is met deze bij de mannen.

Bron cijfermateriaal: Runner’s World Feb 2018, 2019, 2020

Top 50 Runner’s World Lage landen marathonranglijst 2018

In het begin van het jaar kijk ik net als menig andere marathoner van de lage landen uit naar de marathonranglijst die jaarlijks in de februari editie van Runner’s World verschijnt. Het principe is simpel, de marathon tijden van alle Belgische en Nederlandse lopers van het voorbije jaar worden verzameld en vervolgens op basis van de best geregistreerde tijd per land en geslacht gerangschikt. Voorwaarde is wel dat je als man onder 3 uur en als vrouw onder 4 uur gelopen hebt, iets waar dit jaar 640 mannelijke en 745 vrouwelijke Belgen in slaagden.

Ik dus volle goede moed naar de winkel om een nummer van het welbekende lopers magazine aan te schaffen. Om er de spanning enigszins in te houden weersta ik – zij het met enige moeite – de drang om reeds in de winkel het blad open te slaan. Na het uitladen van de boodschappen heeft het wachten echter lang genoeg geduurd en ik blader direct door naar de laatste pagina’s van het blad waarna ik gewapend met mijn bril het speurwerk in de lijst begin. Op de eerste plaats staat net als vorig jaar – hoe kan het ook anders – onze regerende Europese kampioen Koen Naert en nadat ik ook enkele bekende namen van onze DCLA club ben tegengekomen vind ik mezelf al vrij snel terug op de 50e plaats. Dus na net Top 300 in 2016 en Top 150 vorig jaar stijg ik weer iets in de Belgische marathon hiërarchie. Een warm gevoel van voldoening overvalt me en ik vraag me stiekem af of er volgend jaar nog beterschap te verwachten valt. Het wordt weer uitkijken naar het spannend moment begin februari volgend jaar.