3e Abbott Wanda Age Group World championships – bronze medaille
Na de overwinning op het vorige wereldkampioenschap in London vorig najaar en nadat de euforie een beetje was gaan liggen, had ik nood om mentaal te herbronnen. Na een periode van vijf jaar had ik mijn doel eindelijk bereikt en de logische vraag was: wat is nog groter, moeilijker en ook motiverend genoeg dan wereldkampioen worden? Zelfs na een drie maanden lange loop-sabbatical met zeer beperkt loopvolume bleef het grote doel vaag. Focussen op de verdediging en verlenging van de titel leek het meest logische, maar aanvankelijk kon ik me er niet echt meer voor opladen in die mate dat ik me zelfs niet inschreef voor het volgende wereldkampioenschap ondanks de uitnodiging. Dit was mede ingegeven doordat mijn trouwe reismaat Werner te kampen had met aanslepende gezondheidsproblemen zodat ook hij moest passen. Tenslotte stond ik op het punt me voor de marathon van Berlijn in te schrijven, toen er alsnog een tweede kans in de bus viel om me voor Chicago – de plaats van het volgende wereldkampioenschap – in te schrijven. Tenslotte werd de zaak beklonken toen mijn broer, mijn trouwste supporter akkoord was om mee te gaan ter ondersteuning. Ik zou de handschoen opnemen om mijn titel te verdedigen, een zo mogelijk nog grotere uitdaging dan om hem te veroveren. Ik maakte dit hét doel van dit loopseizoen. Tevens hoopte ik, mits een goede prestatie in de buurt te komen van het Belgisch record hetwelk Stefaan Van den Broek in het voorjaar in Enschede op 2u24m41s had gebracht.
Ik merkte echter al vlug dat er veel verloren gegaan was in de rustperiode en ik besefte dat het heel wat moeite en tijd zou kosten om terug op niveau te geraken, als het al mogelijk zou zijn om er terug te geraken. De voorjaarsresultaten waren in elk geval minder dan het vorige jaar, maar ik bleef er rustig bij en werkte gestaag verder, erop vertrouwend dat conditie met consistentie terugkomt. Door de DCLA halve fond trainingen met de masters van Michel Jordens werkte ik aan de snelheid op de kortere afstanden, een welgekomen afwisseling met de vooral uithoudingsgerichte marathontrainingen. Hoewel dit niet direct bijdroeg aan mijn marathoncapaciteiten, voelde ik me wel een completer atleet en vooral de groepstrainingen, ook met de Brokkenlopers brachten me het plezier voor het lopen terug. In de laatste maanden stonden ze me ook actief bij voor de hardere tempotrainingen wat ik zeer kon appreciëren. Dat maakte dat ik begin September toch weer een beter gevoel in de benen kreeg en de hoop op een goed resultaat terug toenam. Zo zakte ik zonder noemenswaardige problemen in de trainingscyclus vrijdag voor de marathon naar Chicago af.
De expo in het Mc Cormick Trade center was drukbezocht met 47000 deelnemers die hun BIB moesten komen afhalen. Ondanks het feit dat ik op drie standen nummers moest gaan ophalen (voor Chicago 5k op zaterdag, het marathon nummer voor vooraan en het nummer voor het WK achteraan voor zondag) verliep het ophalen verbazend vlot dankzij de uitstekende organizatie. Het is altijd leuk om eens door de standen te struinen om te kijken of er nieuwe evoluties of producten aangeprezen worden. Dat gaat van nieuwe massage guns, een prijzige soort broek die je benen masseert via compressie, armbanden met kralen voor elke marathon major tot ketonen. Het aanschuiven voor alle soorten swag liet ik aan mij voorbijgaan. Net als de vorige twee jaren kregen we wel een heuptas als herinnering aan onze deelname aan het Age group wereldkampioenschap. De receptie die de vorige jaren op vrijdagavond in een glamoureus kader werd georganizeerd, was vervangen door een verwarmde tent met ontbijt op de marathondag zelf. Waarschijnlijk heeft het toenemende aantal van deelnemers aan het WK hier iets mee te maken (2500 deelnemers in 18 categorieën, van M40 tot M80+). Dit maakt dat de exclusieve beleving en de verwezenlijking om überhaupt te worden uitgenodigd vervangen is door een businessmodel waar er door Abbott een mooi centje kan verdiend worden door het niet gering inschrijvingsgeld van om en bij de 400€ (weliswaar inschrijving van de marathon inclusief). Ik vermoed dat weinig medaillekandidaten hun kansen hebben gehypothekeerd door daar net voor de wedstrijd een ontbijt te gaan eten. Ik had in elk geval op voorhand al het ontbijt gegeten dat ik gewoon ben. Voor ik echter in de tent raakte had ik net als velen al 45 minuten in de rij gestaan om nog maar binnen te geraken op het terrein. Goed bedoeld hadden ze een speciale ingang voorzien voor de deelnemers aan het wereldkampioenschap. In twee rijen moest iedereen zijn blauwe armband en zijn nummer laten zien waar een blauwe sticker moest op staan. Een deel bleek geen blauwe sticker te hebben omdat die niet op het nummer, maar op de envelop van het nummer was geplakt door de organizatie. De vertraging dat dit teweeg bracht ging zo ver dat we zelfs niet op tijd aan de start dreigden te geraken. Dus werd er beslist dat iedereen zijn armband moest omhoogsteken, waarna iedereen doodleuk werd binnengelaten. De eerste maar zeker niet laatste organizatorische miskleun. Dan maar in draf naar de tent waar ik mezelf vlug omkleedde alvorens met mijn doorzichtige zak naar de “gear check” te gaan. Doordat iedereen daar zo laat aankwam was het daar ook één en al chaos. Er waren een achttal rijen, echter niet afgescheiden. Het kwam erop naar dat iedereen zijn zak daar op een grote hoop mocht gooien. Ik dacht toen al, dat gaat hier wat worden voor die vrijwilligers om in die 2000 zakken mijn gerief terug te vinden, maar gelukkig hebben ze nog wat tijd om dit te organizeren. Maar lang tijd om hierover na te denken was er niet want het startvak ging al binnen minder dan een half uur sluiten en we moesten nog een kwartier stappen ernaar toe. Onder begeleiding geraakten we ter plekke. Opwarming werd gereduceerd tot drie rondjes in het startvak zelf, want dan was het meer dan tijd om aan te sluiten. Slotsom al dat prioritair gedoe had veel meer tijd en moeite gekost dan de vorige keer in 2019 toen ik op minder dan een kwartier van het hotel in het startvak stond. Desalniettemin was het moreel onaangetast en nadat de “star-spangled banner” a capella gezongen was, konden de rolstoelatleten en profs van start gaan.

Een dertigtal seconden later werd ook ons startvak op gang geschoten. Het duurde echter nog een minuut voor ik de start streep kon passeren. Ik had mezelf voorgenomen om voorzichtig te starten, maar toen ik na de eerste kilometer bijna 4minuten per kilometer liep, besefte ik dat het toch sneller zou moeten. Er liepen echter nog steeds veel tragere lopers voor me waar ik mij op links voorbij moest wringen. Vanaf kilometer 3 kwam ik stilaan op dreef. De handschoentjes konden letterlijk uitgedaan worden want er was werk aan de winkel. Ik hoorde aan de lichte paniek in de stem van mijn broer na 6 kilometer dat ik al in een schier onmogelijke positie liep (achteraf vertelde hij dat ik al in de 7de groep liep met minstens 5 concurrenten voor mij en hij het al niet meer zag zitten). Ik had mijn start dus compleet gemist en mijn concurrenten waren niet alleen anderhalve minuut eerder gestart omdat ze van voor in het vak stonden, maar waren nog een extra minuut uitgelopen door mijn trage aanvang. Gelukkig kwam ik van dan af onder stoom, ik liep nu constant mensen voorbij. Van in een groepje zitten was echter geen sprake, ik stond er alleen voor en de eerste 12km waren tegenwind. Enerzijds was ik tevreden dat ik kon blijven naar voor opschuiven, maar anderzijds was het toch werken om het tempo te kunnen ophouden. Na 19km stond mijn versie van Kipchoge’s “bottle” Claus klaar om mij twee Maurten gels aan te geven. Er was nog één concurrent die slechts 10 seconden voor mij liep, virtueel liep ik dus al in eerste positie. Op een twaalftal kilometer leek de situatie weer rechtgezet. Voor het eerst zag ik een groepje waar ik zou in kunnen meelopen, maar dat liep dus nog net voor mij. Ondertussen had ik het halfwegpunt bereikt in 1u12m, wat een mooie tijd was wetende dat de start niet denderend was. Het duurde nog 5km voor ik bij het groepje kon aansluiten en net dan spatte het groepje uit elkaar. Kortom het zou een solotocht worden. Erger dan dat was echter dat ik een eerste keer een krampscheut had gevoeld. Met nog 16km te gaan besefte ik al dat dit geen goede afloop zou kennen. Dit had ik al meerdere keren meegemaakt, maar niet meer sinds 2019. Terwijl ik ook de laatste concurrent had bijgebeend en achtergelaten, begonnen de benen steeds zwaarder te worden en de kilometertijden gingen evenredig omhoog. Mijn bovenbenen (quads en hamstrings) verduurden helemaal. Ze opheffen koste mij meer en meer moeite, maar ik trooste mij met de gedachte dat in deze faze het voor iedereen afzien geblazen is. Toch kon ik niet naast het feit kijken dat ik nu werd ingehaald, eerst amper, maar daarna meer en meer. Op km36 na nog een aantal waarschuwingen in de benen sloegen de krampen echt in het rechterbeen toe. Stoppen en dertig seconden stretchen waren nodig om daarna terug langzaam op gang te komen. De concurrenten waren ondertussen echter al voorbij gelopen zonder dat ik ze gezien had. Niet dat dit er veel toe deed. Telkens als ik mijn pas wilde vergroten, sloegen de benen toe. Er bleef niets anders dan te blijven lopen met dezelfde pas en zelfs dat deed ongelooflijk veel pijn. Ergens was er nog een beetje hoop dat ik genoeg voorsprong zou overhouden, maar ik voelde dat het tempo van kwaad naar erger ging. Ik bereikte de finish na 2u30m14s, niet de tijd waar ik op gehoopt had, verre van zelfs en amper voldoende om nog op het podium te staan. Ken Rideout liep één minuut sneller en Wayne Spies 20 seconden. Het was dus zeer speelbaar geweest zonder krampen. De oorzaak is niet ver te zoeken. Een gebrek aan krachttraining in de laatste maanden in combinatie met een niet al te goed wedstrijdverloop in de eerste kilometers. Toch kan ik me weinig beklagen in de wedstrijd zelf. Ik had alles gegeven wat er op de tafel lag en ik kon amper nog stappen. De (relatief) slechtste marathons zijn ook diegene waar je het meest van afziet. Natuurlijk kwam ik voor meer, ik wilde alle verwachtingen inlossen zondermeer, maar een wedstrijd moet gelopen worden… dat is sport. De marathon is 42km en geen 36km. Na de eerste ontgoocheling kan ik toch de rust vinden om tevreden te zijn met die derde plaats.

Als WK deelnemer kunnen we nu terug naar de tent (nog steeds verwarmd) om ons gerief op te halen. Ondanks het rare loopje kom ik nog als één van de eersten aan. Tot mijn ontsteltenis is er niks gebeurd met de hoop zakken. Een tiental vrijwilligers staat midden in de zee van ongeorganizeerde zakken met de wanhoop in hun ogen. Iedereen roept nu zijn nummer en dan begint de loterij. Als je geluk hebt vinden ze je zak snel of zie je hem zelf liggen. Bij mij duurt het een kwartier, sommigen na mij zullen het na 1uur45min opgeven en zonder zak vertrekken. Een echte blamage voor de organizatie. Dan maar de tent verder in waar ze me na het zien van mijn “funny walk” direct naar de massage leiden als een zwaar geval. Gelukkig ben ik niet alleen. Na ongeveer een half uur en heel wat pijnscheuten later krijgen ze mijn bovenbenen en rug min of meer los. Dan denk je als atleet dat je alles gehad hebt bij de finish, maar dit kon ook tellen qua pijnbeleving. Echter daarna zal ik geen krampen meer krijgen, dus job well done. Daarna kan ik stapjes gewijs de weg naar het hotel terug aanvatten.
Abbott had in de voorafgaande instructies laten weten dat voor diegenen die op het podium staan er nog een receptie zou zijn met alle kampioenen. We zouden nog een email ontvangen met de plaats en het uur van de receptie. Ondertussen is het me ook duidelijk dat er een nieuw WR gelopen is door Kelvin Kiptum en een ER door Sifan Hassan. Ik kijk er als gewone sterveling wel naar uit om net als vorig jaar met de profs een receptie te hebben. Eerst wel nog een beetje opfrissen natuurlijk. Ondertussen wordt het vijf uur en heb ik nog steeds geen email ontvangen van de organizatie en ik ben niet de enige. Hoe moeilijk is het om 50 mensen uit te nodigen. Deze WK organizatie is echt rampzalig… ik kan niets anders dan zelf het heft in handen nemen. Gelukkig weet Ken Rideout (die ook geen email krijgt) wel het uur waarop de receptie in het Hilton hotel doorgaat. Blijkbaar zou er ook eten zijn. Er mag ook een gast uitgenodigd worden. Dat komt goed uit zo kan mijn broer ook mee. We hebben juist al eten gereserveerd. Dan maar cancellen en op minder dan een uur naar het stadcentrum voor de receptie. Daar aangekomen lopen we gelukkig mensen van de organizatie tegen het lijf die ons naar de juiste zaal leiden. Dan nog een spannend momentje of we zouden binnen mogen zonder mail, maar gelukkig zit Danny Coyle van Abbott die mij geïnterviewed heeft voor een artikel aan de ingang zodat we toch nog kunnen genieten van (meerdere alcoholische) drankjes en een lekker buffet. Deze receptie ontgoocheld niet. Beide recordhouders zijn aanwezig net als de top drie. Vooral nummer drie bij de mannen, onze nationale trots Bashir Abdi, interesseert ons als Belgen natuurlijk. We knopen een praatje met hem aan. Hij kijkt wel tevreden terug op zijn marathon, maar moet toch ook erkennen dat Kiptum outstanding was.


Daarna mag ik samen met de vrouwen W50 op het podium. Op zo een moment wint de trots het toch van de ontgoocheling in je. Ik ben de enige van de M50 mannen op het podium wat ik wel jammer vind. Het is altijd leuk om je concurrenten te leren kennen. Ken had mij laten weten dat hij reeds op weg naar huis was, van Wayne weet ik zelfs niet of hij de plaats en tijdstip van het gebeuren had doorgekregen. Ook bij de andere “age group ” kampioenen heerst er grote onvrede over de belabberde organisatie. En dan hadden wij nog de receptie mogen meemaken. Vooral zij die London hebben meegemaakt, vinden het contrast groot. Voor dat inschrijvingsgeld mag het wel iets meer zijn Abbott. Volgend jaar is het WK in Sydney (waarschijnlijk de 7de major vanaf 2025). Als ze willen dat dit event verder blijft bestaan, zullen de standaarden terug omhoog moeten. London was fantastisch, hopelijk wordt Sydney dat ook! Of ik erbij zal zijn, weet ik nog niet. Ik ben in ieder geval wel reeds gekwalificeerd…
