Nadat ik er met enkele collega’s op de club had over gesproken, was het reeds een tijdje het plan om bij goede recuperatie na de Boston marathon met de marathonconditie aan het BK 10000m Masters Outdoor mee te doen. Ik had nog nooit op de piste een wedstrijd gelopen en hoewel ik er geen heb, zou je kunnen zeggen dat dit nog op de bucketlist afgevinkt moest worden.
Ondanks de spanning in de dagen ervoor zakte ik toch tamelijk onbezonnen naar het Burgemeester Thienpont stadion in Oudenaarde af. Gelukkig had ik een marge ingecalculeerd want het onvermijdelijke ongeval op de Brusselse ring en een gesloten afrit in De Pinte zorgde voor 35 minuten vertraging, in zoverre dat ze bij de inschrijvingen dachten dat ik niet meer ging komen opdagen. Ik leerde later dat je vanaf woensdag te voor op de site van de VAL een deelnemerslijst vindt en moet kijken of je geselecteerd ben. Gelukkig waren er geen selectiecriteria want ik had daar mooi gestaan. Zoals ik al zei niet alleen onbezonnen, maar ook tamelijk onwetend.
Dan hadden mijn collega’s zoals Wim Herman uit Boom duidelijk wel hun huiswerk gedaan. In de kleedkamer vroegen ze meteen al of ik diegene was die in Boston een marathon in 2u38 had gelopen. Ik was danig onder de indruk en voelde mij nog meer een groentje, ik had niet eens de deelnemerslijst bekeken, laat staan de concurrenten op Strava gescreend.
Tijdens de opwarming maakte ik de bedenking dat de omstandigheden niet echt ideaal waren bij 7°C en een aanhoudende wind, die vooral in de bocht na de finish hard in het gezicht blies. Hier zou je veel energie kunnen verliezen. Ook besliste ik last minute om niet met spikes maar met de Nike Vaporfly 4% Flyknit te lopen omwille van de niet al te frisse staat van de piste en na navraag bij de concurrenten.
Anders dan bij normale wedstrijden diende het baannummer – in mijn geval 28 – op de borst gespeld worden, terwijl het VAL nummer naar de rug verwezen werd. Het zou nog duidelijker en gemakkelijker zijn voor de deelnemers als zoals bij de Marathon Majors ook de categorie op de rug zou aangegeven worden (in mijn geval M45), zodat je in een race met drie categorieën onmiddellijk je directe tegenstanders kan herkennen, maar dat hadden we dus niet. Aangezien we met meer dan 30 lopers waren, werden we in twee groepen opgedeeld. Ik stond in de groep die de eerste 150 meter in de buitenbanen moest blijven.
Van bij het startschot had ik mij voorgenomen om direct het tempo op te pikken en eventueel aan te pikken bij de jongere categorieën. Al in de eerste ronde ging Stijn Fincioen/AVMO (M35) er vandoor en hij zou niet meer verzwakken om met een prachtige tijd in moeilijke omstandigheden van 31:12:39 te eindigen. Daarachter nestelde ik me vanachter in een groepje met drie jongere lopers. In de derde ronde voelde ik echter dat het tempo te hoog lag om te kunnen blijven volhouden en moest ik beslissen of ik nog verder wou aanhaken – met het risico volledig op te blazen – of ik zou afhaken en alleen zou vallen. Ik keek eens achterom en zag al een versnipperd veld, dus leek het mij best de eersten te laten gaan en op eigen tempo verder te gaan.
Nu ik het tempo liet zakken en een beetje probeerde te recupereren liep het groepje verbazend snel van me weg. Ik hoorde de speaker zeggen dat ik een voorsprong had van 11 seconden dankzij mijn blits-start. Tegelijkertijd besefte ik maar al te goed dat het nog ver was en het zaak was in een tempo te komen dat ik kon volhouden. Ik stond er immers alleen voor.
In de volgende ronden had ik het moeilijk om de ademhaling terug onder controle te krijgen. Bovendien kregen we rond halfweg nog een regenbui met aantrekkende wind te verduren. Pas nu keek ik de eerste keer naar het nog resterende aantal ronden en er stond 16. Mijn voorsprong was lichtjes verminderd naar 8 seconden. Rond die tijd werd ik de eerste keer gedubbeld door Stijn. Vanaf nu moest ik dus rekening houden met een extra ronde als ik naar het aantal nog resterende rondes aan de finish keek. Achter mij voelde ik de hete adem van Jeroen Aelterman/ROBA (M40), maar daar maakte ik mij minder zorgen over dan de voorsprong op Gert Stuyven/AVLO (M45) die met een zestal ronden te gaan tot 5 seconden was geslonken. De speaker merkte terecht op dat de strijd nog volledig open lag. Ik had sinds die eerste keer niet meer omgekeken en ook nu keek ik gewoon voor me en bleef ik het tempo onderhouden. De volgende ronde werd de achterstand nog op 3 seconden geklokt. Even gaat door mijn hoofd dat tweede toch ook nog mooi zou zijn, maar dan verman ik mezelf en maak ik mezelf wijs dat ik toch nog sneller zou moeten kunnen. Nog 4 ronden en nog slechts twee luttele seconden voorsprong. Ik begin me schrap te zetten om nog te proberen aan te pikken als ik voorbij wordt gelopen. En dan hoor ik een supporter naar mijn concurrent roepen “gaan, je kunt er naartoe”, gevolgd door “jawel je kunt het wel”. Ergens maak ik – terecht of niet – op dat Gert nee geschud had en dat geeft mij weer hoop. Na de lastige bocht tegen wind waar je normaal een beetje recupereert, besluit ik deze keer een rechte lijn sneller te lopen – voor zover nog mogelijk – in een poging om een fysieke, maar vooral een morele voorsprong te krijgen. Na de bocht moet ik terug naar mijn vertrouwde tempo, maar aan de finish hoor ik de speaker zeggen dat ik een tussensprint had ingezet en de voorsprong weer vergroot was. Met nog drie ronden te gaan komt Stijn Fincioen mij nog eens voorbij geraasd in wat zijn eindsprint is. Hoewel er nu nul ronden te gaan staan, maakt mijn jurylid mij duidelijk dat er nog twee ronden te wachten staan. En hoewel het nog 800m is, lijkt de strijd toch gestreden. Het is nu kwestie van tempo houden. Eindelijk gaat de bel, de laatste ronde met nog een eindsprint in de laatste rechte lijn. Ik ben te moe om mijn handen in de lucht te steken als ik na 34:04.28 over de streep kom. Even verder kom ik tot stilstand en kan ik net het gevoel van overgeven onderdrukken. Ik ben diep moeten gaan. Gert wordt mooi tweede in 34:11.95 en 25 seconden later komt Wim Herman/WIBO in 34:37.80 het podium vervolledigen.

Een uurtje later worden de medailles bibberend van de kou in ontvangst genomen. Ik kijk tevreden terug op een fantastische strijd en een geweldig belevenis en resultaat.
Tot slot wil ik ook nog de resultaten in de verf zetten van de DCLA clubgenoten: Marijke Willekens/W55 (41:48.76) en André D’hayer/M75 (50.44.03) behaalden zilver. Joris Steenput/M55 liep een PB in 38.13.63. En op de 3000m steeple behaalde Charlotte Sijmens een verdienstelijke 4de plaats in 11.23.48.
Veel respect ook voor mijn Oetingse oud-dorpsgenoot Eddy Vierendeels/M65 die het Europees record verbeterde en op 35:52.00 bracht.
Meer over het BK 10000m Masters Outdoor in Atletiekleven.