BK10000 m – zilver na overmoedig en ontoereikend solowerk

Amper één week na het BK masters in Ninove, gaven de lange afstandslopers bij de masters alweer present, ditmaal in de Gaston Reiff arena in Braine l’alleud. Deze piste werd vernoemd naar Gaston Reiff, onze eerste gouden Olympische atleet in de Belgische atletiekgeschiedenis. Op de Olympische Spelen in London 1948 klopte hij de Tsjechische locomatief Emil Zatopek op de 5000m ondanks diens formidable eindspurt. Echter, aan de staat van de piste te zien lag dit roemrijke verleden toch al een tijdje achter ons. Bovendien keek de leeuw van Waterloo vanuit de verte toe op het sportgebeuren.

Na de commotie van vorige weekend had ik mij nog Saucony Fastwitch schoenen aangeschaft om volledig reglementair te zijn. Vermits het deze keer om een gecombineerde wedstrijd M35-M40-M45 ging, beloofde het deze keer een snellere wedstrijd te worden. Inderdaad in de eerste rondes ging het al meteen behoorlijk snel. Na amper 600m moest ik al een cruciale beslissing maken. Zou ik meegaan met de M40 of mij laten uitzakken. Ik besloot om het gaatje dat was ontstaan voor mij te dichten en te zien hoever ik zou komen. Op dat moment en voor de volgende 2 km liep alles zoals gepland. De vraag was of het ook nog na de derde km zou blijven duren. Ik voelde dat aanklampen steeds moeilijker werd en nadat ik al eens een gaatje had laten vallen, moest ik na drie kilometer afhaken bij het groepje. De resterende kilometers zou ik solo afleggen: een eindeloze, monotone onderneming. De benen gingen steeds stroever ronddraairen en met nog een 5-tal ronden te gaan zag ik Dirk Vermeiren opduiken in een groepje op 50 meter achter mij. De staat van mijn benen voelend wist ik dat het zwaar ging worden om hem af te houden. Met nog drie ronden te gaan, beende hij mij bij en na een ronde aanklampen, kwam mijn Waterloo en moest ik hem laten gaan. In de komende twee ronden kon hij de kloof nog serieus verder uitdiepen.

Ik bolde als tweede over de streep met een nieuw PR van 33min38s op de piste, ruim 35 seconden sneller dan verleden jaar. Deze keer was ik op mijn waarde geklopt. Kurt Verheyen werd derde een half minuutje later. Na bijna een uur wachten, konden we op het corona-proof podium onze eigen medaille over het hoofd tillen. Al bij al niet waarop ik gehoopt had, maar toch tevreden.

BK 5000m – 4de plaats met geslaagde warmtestrategie maar wedstrijdstrategie kon beter

Op 19 september, de eerste dag van het BK master’s weekend mocht ik alleen naar de stad waar ik middelbare school heb gelopen – Ninove dus – om aan de oevers van de Dender het BK op de 5km te betwisten. Door het aanhoudende corona virus was slechts één begeleider toegelaten en geen supporters. Om één en ander onder controle te houden kregen we daarom ook een blauw armbandje. Bovendien dienden de atleten buiten de warmup/cooldown en de wedstrijd zelf, het feitelijke lopen dus een masker te dragen. Bij een zwoele temperatuur van 28°C en de hitte die van de piste afstraalde, beloofde het letterlijk een hete race te worden. Omdat ik onder warmere condities (grosso modo boven 22°C) niet naar verhouding presteerde, had ik van de warme zomer geprofiteerd om een warmtestrategie uit te denken en te proberen op training. Bij gebrek aan mogelijkheden om dit in een andere wedstrijd uit te proberen zou dit echter de eerste test in een wedstrijd zijn.

De strategie op de dag zelf bestond uit volgende elementen: een cooling vest, pre-hydratatie, electolyte loading en een korte warm-up. De dag ervoor had ik de cooling vest reeds met water geladen en daarna een nachtje in het diepvriesvak gestoken. Voor het transport had ik een kleine coolbox voorzien, wat meteen ook handig was om nog wat ijswater mee te nemen. Voor en tijdens de verplaatsing had ik ervoor gezorgd dat ik genoeg gehydrateerd was. Om ook genoeg mineralen binnen te hebben had ik 3 uur op voorhand een tablet PH 1000 van Precision Hydration opgelost in 500ml water gedronken. Om de lichaamstemperatuur zo laag mogelijk te houden voor het aanvangen van de wedstrijd, deed ik de warm-up in de cooling vest. Ik kortte de warm-up ook in tot 10 minuten: 5 minuten loslopen, gevolgd door enkele strides van 150m (geleidelijk naar 80-90% van topsnelheid gaan en dan terug uitbollen) en terug een paar minuten loslopen. Daarna hield ik de vest zo lang mogelijk aan en zocht ik de schaduw op, zodat ik “fris” aan de start verscheen klaar om te vertrekken.

Onder het commando van Gert Stuyven beginnen we relatief rustig aan de eerste rondjes om de eerste kilometer te ronden in 3m24. Na de eerste kilometer pikt het tempo op en al snel blijven we nog met zes over. Na 2 km neemt Jérôme Hilger-Schutz over en drijft het tempo nog iets op. Na 3 km hoor de speaker zeggen dat we nog met vier overblijven. Het voelt comfortable hard aan, toch durf ik niet echt doordrukken en de forcing te voeren, nog steeds bang hoe ik ga reageren op de warmte. Plots blijft er nog één ronde over. Bert Torbeyns, de latere winnaar begint de debatten en neemt direct 20 meter, dan reageert Jérôme en op 300m van de meet zet ik ook mijn sprint in. Ik hoor aan de voetstappen en het gehijg dat de andere twee achter mij ook reageren. We lopen nu terug in op de eerste loper, nog 100 meter en ik loop nog steeds in tweede positie maar ik voel de druk komen van achter en de benen beginnen te verzuren. Op 80 meter voor de meet komen ze mij alletwee voorbij, er zit niks meer in de benen om nog te reageren. Ik eindig als vierde op een luttele 2 seconden van nummer 2 en 3. Net geen podium, even is het de ontgoocheling verbijten. Met eenzelfde tijd als verleden jaar onder warmere omstandigheden, maar met veel minder afzien, kan ik wel leven. Achteraf beklaag ik het mij toch een beetje dat ik de wedstrijd niet harder heb gemaakt, we zullen echter nooit weten of dat veel verschil gemaakt zou hebben. Van de warmte heb ik in ieder geval niets gemerkt en dat is ook wel al anders geweest. Zonder meteen na de eerste keer euforisch te willen worden, blijkt de warmte strategie toch te helpen.

Resultaat BK 5000m 2020 (M45)

Achteraf ontspint zich nog een hele discussie omtrent het onreglementair dragen van de Nike VaporFly’s. Inderdaad, nadien leer ik dat vanaf midden augustus op de track de zool maar 25mm mag zijn en dat betekent geen Nike VaporFly of AlphaFly. Op de weg blijven deze dan weer wel toegelaten. Er valt geen excuus in te roepen. Als atleet word je immers geacht ten allentijde op de hoogte te zijn van het reglement. In ieder geval was ik me van geen kwaad bewust te meer omdat noch de juryleden noch de medelopers vooraf enig bezwaar hadden gemaakt. Ook na mijn navraag bij de jury, werd niet gezegd dat het verboden was. Maar voor de wedstrijd van volgende week zal ik toch maar voor reglementaire schoenen zorgen.

Verder waren er twee(!) gouden medailles voor clubgenoot Marc Neefs (M55) op 800m en 1500m. Hij maakt optimaal gebruik van een uitstekende conditie en de overstap naar een nieuwe leeftijdscategorie. Ook Marijke Willekens(W55) haalde tweemaal goud op 1500m en 5000m. Tenslotte was er ook nog goud voor Mona Rahmé (W40) op 1500m.

BK 5000m Masters Outdoor – ondankbare 4de plaats

Na de eerste snikhete test op de 5000m in Merksem als onderdeel van de BvV Interclub, stond op 16 juni om 16u45 in het G. Bontinckstadion in Sint-Niklaas, de thuisbasis van AC Waasland het Belgisch kampioenschap op het menu. Naast een beperkte DCLA delegatie waren ook mijn ouders van de partij wat altijd een mooie extra stimulans is. Hoewel ik nog steeds lichtjes geplaagd werd door een zeurende blessure aan het rechteronderbeen zou deze door een goede warm-up geen enkele betekenis spelen in de prestatie. Vooraf had ik het podium halen als doelstelling vooropgesteld, iets wat gezien de sterke deelnemerslijst en de enigszins beperkte specifieke voorbereiding op deze kortere afstand waarschijnlijk het hoogst haalbare zou zijn. In deze wedstrijd zou ik trouwens niet de enige DCLA’er zijn, ook Davy Segers (M40/DCLA) stond – ook al onzeker vanwege blessurelast – samen met een twintigtal andere atleten aan de start. In de opwarming voor de start was ik met Gert Stuyven (M45/AVLO) de nummer 2 van het BK 10000m al een oude bekende tegengekomen. Hij had de dag ervoor reeds het goud in de 3000m steeple veroverd, maar ik wist dat hij er alles aan zou doen om op sportieve wijze revenge te nemen. Aan de start kon ik weeral rekenen op de deskundige analyse van de tegenstanders door Michel Jordens, wat natuurlijk erg handig is als je de tegenstanders niet echt kent. Naast Gert werden vooral Christophe Colpaert (M45/KKS), Dirk Vermeiren (M45/ACBR), Fabrice Hastir (M45/ARCH) en Henk De Keukelaere (M45/AZW) getipt. Ook Marc Neefs (M50/DCLA/4m30s39) die op ongelooflijke wijze het goud had veroverd op de 1500m na de verzuring van de gedoodverfde favoriet David Hellinx (M50/AVKA) en een onwaarschijnlijke eindsprint, kwam me nog aanmoedigen. Op dezelfde afstand was de immer sympathieke Wim Herman (M45/WIBO) uit Boom in onze leeftijdscategorie de onbetwiste kampioen geworden. Na een trage wedstrijd haalde hij het met een vlijmscherpe eindsprint ten nadele van Luc Berghoms (M45/ATLA) voor wie deze nederlaag totaal onverwacht kwam en moeilijk te verkroppen zodat hij zich van zijn kleinste kant liet zien door afwezig te blijven van het podium

Maar terug naar de wedstrijd. Na het startschot werd de pas er direct stevig ingezet (km1: 3m12s). Ik volgde in pakweg 8ste positie in het spoor van Christophe Colpaert. Ik rekende erop dat het vooral M40 atleten waren die zich in de voorste gelederen zouden bevinden. Ik zag in ieder geval dat Davy zich rond een podiumpositie ophield. Mijn vermoeden werd in de volgende ronde door Michel bevestigd, ik lag in derde positie en was dus nog op schema. Na een drietal rondes scheurde zich vooraan een groepje een tiental meter af. Het was Dirk Vermeiren die vanuit de positie vlak voor Christophe naar vooraan in het groepje liep om het gat te dichten. Dat resulteerde in een nog snellere tweede kilometer (km2: 3m08s). Het was toen voor ons allen al duidelijk wie de sterkste was, want terwijl Dirk nog woekerde met zijn krachten ging het voor mij iets te snel. Ik liet ze met tegenzin op zes rondes van het einde gaan en terwijl ik nog altijd in derde positie lag probeerde ik mijn eigen tempo te vinden. Dat lukte wel maar het tempo lag niet hoog genoeg om te verhinderen dat Gert op sleeptouw genomen door Denis Van Driessche (M40/ACP) op twee rondes van het einde kwam aansluiten. Ik pikte wel nog aan, maar toen Gert in de laatste ronde met een verschroeiende demarrage kwam kon ik geen passend antwoord meer bieden. Hij keek nog een laatste keer om om zich ervan te verzekeren dat ik niet meer terug zou keren en ging dan solo op zoek naar het brons. Ik onderhield het tempo om te eindigen in 16m37s94 onder het goedkeurend oog van mijn ouders. Een persoonlijk record, maar een magere troost. Nadat we op adem waren gekomen kon ik samen met Gert de analyse van de wedstrijd maken. Ik was op waarde geklopt en kon niet anders dan ruiterlijk toegeven dat hij vandaag de slimste en de beste was. Onze tussenstand is dus terug in evenwicht gebracht: 1-1.

Het werd dus een ondankbare vierde plaats, iets waar we bij DCLA blijkbaar patent op hadden want naast Davy Segers (M40/ 5000m/ 16m00s14) waren er nog drie vierde plaatsen: Marijke Willekens (W55 /800m / 2m54s19), Erika De Raeve (W55/ kogel / 6m23) en (W55/ discus/ 15m36).

In de volgende reeks kon een regenbui Oetingnaar Eddy Vierendeels (M65/ACP) niet van een verbetering van het Belgisch record houden. Hij stelde het 3 seconden scherper tot 17m38s63. Eddy was reeds aan zijn tweede trappist toe, toen François Boonen (M80/OEH/38m58s15) ook als kampioen in zijn leeftijdsklasse over de streep kwam.

Verder waren er nog zilveren medailles voor DCLA voor Marijke Willekens (W55/ 5000m /19m58s71), Leen Lauwers (W55 / 800m /2m47s85), André D’Haeyer (M75 / 5000m / 25m20s41), Marc Neefs (M50 / 800m/ 2m11s03) , Raymond Houry (M75 /800m  /3m12s49) en Thierry Huberland (M55 /3000m steeple /12m16s91).

En ook nog brons voor Marc Groeninckx (M60 / 400m /69s21) en Leen Lauwers (W55 /400m /73s99).

Lees ook het verslag van Michel Jordens op de DCLA site.

BvV Interclub Masters 2B – 5000m 4de – DCLA 3e plaats

Toen ik me dit seizoen aansloot bij Daring Club Leuven Atletiek, of kortweg DCLA was het doel drieledig: het deelnemen aan crossen, individuele en clubkampioenschappen. Alleen het laatste moest nog afgevinkt op het lijstje en dus stelde ik me kandidaat om de rood-witte clubkleuren in team te verdedigen toen er een uitnodiging kwam om aan Interclub mee te doen.

In Interclub nemen een twaalftal tal clubs het tegen elkaar op met een vrouwen- en mannenteam in 21 disciplines (10 disciplines voor vrouwen, 11 disciplines voor mannen). Eénzelfde master atleet mag aan meer dan één discipline deelnemen. In elke discipline worden punten uitgedeeld op basis van de plaats beginnend met het hoogste aantal punten voor de eerste plaats (13, 11, 10, 9, … 1). Er wordt geen correctie uitgevoerd voor de leeftijd. Deze punten worden opgeteld per club en de club met de meeste punten wint. De eerste club stijgt naar de hogere divisie en de twee laatste clubs zakken naar een lagere divisie. Er zijn drie divisies. Momenteel zijn de DCLA masters in de tweede divisie ingedeeld.

Het was de masters vrouwencoach Catherine Wittenbergh die het op zich had genomen om opnieuw een team op de been te brengen. Door de verjonging van het vrouwenteam was dit snel in orde; maar voor het mannenteam waren er enkele rondes nodig om genoeg atleten te ronselen. Ik werd ingeschakeld als 5000m loper en daarbovenop werd ik – bij gebrek aan lange spurters – ook nog eens ingedeeld in de 4x400m estafetteploeg als slotloper. Vooral dat laatste lag ver buiten mijn comfortzone, maar ik was vooral benieuwd naar een dergelijke competitie.

De atletiekpiste van OLSE Merksem was de plaats van het gebeuren bij een temperatuur van meer dan 30°C. De meeting was reeds een tijdje aan de gang toen ik bij zowel supporters als atleten aansloot achter de DCLA vlag in de tribune . Het waren allemaal nieuwe gezichten voor mij, op Mieke na die ik al kende van de conditietraining waarmee het een 4-tal jaar geleden allemaal begonnen was.

De spurters hadden toen reeds hun wedstrijden gelopen. Bij de mannen was Dawie Punga|100m |13s47 door een niet ideale reeksindeling 10e en Gert Rom |400m|63s10 7e geworden. Bij de vrouwen eindigde Leen Lauwers |100m| 16s65 8e, terwijl Kathelijn Polspoel|200m|28s16 autoritair naar de overwinning snelde. Daarvoor was ze ook al 4e geworden in het verspringen met een sprong van 4m16.

Bij aankomst rond de piste zag ik net hoe Mark Neefs zich op de 1500m naar een 5e plek spurtte in 4m38s80 na lang kopwerk in de tweede groep te hebben gedaan. Even te voor had Marijke Willekens zich in haar 1500m van een mooie derde plaats verzekerd in 5m41s58. Charlotte Debroux had dan al op de 800m het maximum van de punten binnenghaald in 2m23s41.

Vermits ik nog nooit in dergelijke setting gelopen had was ik vooral op zoek naar een beetje goede raad i.v.m. tactiek en te verwachten tegenstand. Zonder enige richttijd (het was mijn eerst 5000m ooit) werd het sowieso moeilijk in te schatten hoe snel te starten. Een eerste beslissing was of ik al dan niet met spikes zou lopen. Na consultatie van mijn collega 3000m loper Tom Artoos besloot ik toch voor de Nike Vaporfly’s te gaan. Tijdens de opwarming was het al puffen en dat was nog in de schaduw.

Ondertussen deden onze “meer ervaren” dames het ook fantastisch in de kampnummers: Mieke Van den Wouwer|speer|15m49|7e, Catherine Wittenbergh|discus|18m61|8e en An Vanhellemont|kogel| 6m68|9e. Aan de kant van de heren haalde Friedhelm Dreckmeier een hoogte van 1m45|7e en werd hij 11e met een sprong van 4m40. Serge hiroux werd 11e in het kogelstoten met 7m69.

Dan werd het tijd voor de langere loopnummers. In de 3000m deed Tom Artoos het aan kop meer dan behoorlijk om de tegenstand af te schudden, maar hij geraakte niet los om dan op het einde op ondankbare wijze een beetje snelheid tekort te komen in de eindspurt. Hij werd 9e in een tijd van 10m25s90. Op dezelfde afstand kon Kim Geypen nog maar eens het maximum van de punten voor het vrouwenteam binnenhalen in 10m33s82.

Dan was het mijn beurt. Gelukkig had ik coach Michel Jordens die mij de voornaamste tegenstanders kon aanduiden en die me ook met raad en daad wou bijstaan. Ik ging onbevangen van start en de eerste ronden gingen snel maar gecontroleerd, maar vanaf de vierde ronde begon het zwaarder te worden. Elke ronde kwam er wel een tip, een bemoedigend woord of nuttige informatie en ik keek er altijd naar uit om aan het 250m punt door te komen niet in het minst omdat de strakke wind daar in de rug kwam te zitten. Na in de 5de ronde nog eens het gat van twee meter op de eerste loper te hebben toe gelopen, voelde ik dat ik serieus boven de drempel aan het gaan was en liet ik de twee overblijvende koplopers noodgedwongen gaan. Nu was het nog een 7-tal lange rondes volhouden. Ondanks de beperkte sprinkler op de piste geraakte ik volledig gebakken en gebraden (in alle betekenissen) in de laatste twee km tot op het punt dat ik mijn lippen niet meer van elkaar kreeg. Een drietal rondes voor het einde werd ik naar de uiteindelijke vierde plaats verwezen. Ik eindigde in 17m12s17, een tijd die zeker nog voor verbetering vatbaar is.

Ondertussen was Kris Vekemans reeds met het discuswerpen begonnen. Net zoals met de speer (speer|39m18) zou hij hierbij (discus|33m53) mooi derde eindigen. Het was wachten tot deze competitie afgelopen was vooraleer de dames in hun slotevenement, de 4x100m hun opwachting konden maken. Hierin toonde het viertal Leen Lauwers, Kim Geypen, Charlotte Debroux en Kathelijn Polspoel nog eens hun suprematie met een klinkende afsluitende overwinning in 56s72.

Met Gert Rom en Mark Neefs had het 4x400m mannenteam twee ervaren mannen aan boord. Voor Tom Artoos en mezelf was het echter de eerste keer dat we een estafette race zouden lopen. Daardoor ontstond er een gezonde nervositeit over de do and don’ts bij de stokwissel. Gelukkig kwam onze clubfotograaf alias voorzitter Eric Herssens ons ter hulp met een deskundige uitleg zodat we perfect wisten in welke zone we de stok konden doorgeven. Het werd ons hierbij ten stelligste op het hart gedrukt dat we in dezelfde volgorde diende te blijven staan, omdat dat reeds tot uitsluiting geleid had in een voorgaande editie.

Gert Rom was onze startloper. Door zijn ervaring zag ik dat hij zijn inspanning excellent doseerde, zodat hij Mark Neefs goed op weg kon zetten. Ook Mark hield dankzij een sterke finish onze kansen gaaf. Tom Artoos hield stand en kon de stok doorgeven in een groepje met vier. Als slotloper probeer ik de paar meters verlies die we bij de stokwissel hadden opgelopen dicht te lopen, maar hoe ik ook probeerde ik geraakte niet dichterbij. Met nog 150m te gaan, zag ik de kloof stilaan groter worden. Ik besefte dat ik niet meer in staat was om in de laatste rechte lijn nog een laatste versnelling te doen. We finishten 8e in een eindtijd van 4m11s25.

In de eindstand pakte DCLA het brons dankzij een overwinning van de dames en een 8e plaats van de heren. Het wordt dus zaak voor de heren om volgend jaar de dames bij te benen en dat zal nog niet zo gemakkelijk zijn.

Terugkijkend op mijn eerste Interclub, vind ik de combinatie van vrouwen en mannenploeg zeker geslaagd. Ik vind echter dat er met age-grading gewerkt zou moeten worden in de competitie. Momenteel is er teveel voordeel voor jonge masters. Invoeren van een voordeel op basis van leeftijd zou zowel een stimulatie zijn voor oudere atleten om te blijven meedoen alsook een tactische component aan de competitie toevoegen omdat de keuze voor de in te zetten atleet door de club coach dan niet langer voornamelijk door leeftijd wordt gestuurd, maar door relatieve prestatie.

Tot slot nog dit: Het was een zeer aangename kennismaking met de andere masters en coaches van DCLA en een prettige sportnamiddag. Dit smaakt zeker naar meer.

BK 10000m Masters Outdoor – Belgisch kampioen (M45)

Nadat ik er met enkele collega’s op de club had over gesproken, was het reeds een tijdje het plan om bij goede recuperatie na de Boston marathon met de marathonconditie aan het BK 10000m Masters Outdoor mee te doen. Ik had nog nooit op de piste een wedstrijd gelopen en hoewel ik er geen heb, zou je kunnen zeggen dat dit nog op de bucketlist afgevinkt moest worden.

Ondanks de spanning in de dagen ervoor zakte ik toch tamelijk onbezonnen naar het Burgemeester Thienpont stadion in Oudenaarde af. Gelukkig had ik een marge ingecalculeerd want het onvermijdelijke ongeval op de Brusselse ring en een gesloten afrit in De Pinte zorgde voor 35 minuten vertraging, in zoverre dat ze bij de inschrijvingen dachten dat ik niet meer ging komen opdagen. Ik leerde later dat je vanaf woensdag te voor op de site van de VAL een deelnemerslijst vindt en moet kijken of je geselecteerd ben. Gelukkig waren er geen selectiecriteria want ik had daar mooi gestaan. Zoals ik al zei niet alleen onbezonnen, maar ook tamelijk onwetend.

Dan hadden mijn collega’s zoals Wim Herman uit Boom duidelijk wel hun huiswerk gedaan. In de kleedkamer vroegen ze meteen al of ik diegene was die in Boston een marathon in 2u38 had gelopen. Ik was danig onder de indruk en voelde mij nog meer een groentje, ik had niet eens de deelnemerslijst bekeken, laat staan de concurrenten op Strava gescreend.

Tijdens de opwarming maakte ik de bedenking dat de omstandigheden niet echt ideaal waren bij 7°C en een aanhoudende wind, die vooral in de bocht na de finish hard in het gezicht blies. Hier zou je veel energie kunnen verliezen. Ook besliste ik last minute om niet met spikes maar met de Nike Vaporfly 4% Flyknit te lopen omwille van de niet al te frisse staat van de piste en na navraag bij de concurrenten.

Anders dan bij normale wedstrijden diende het baannummer – in mijn geval 28 – op de borst gespeld worden, terwijl het VAL nummer naar de rug verwezen werd. Het zou nog duidelijker en gemakkelijker zijn voor de deelnemers als zoals bij de Marathon Majors ook de categorie op de rug zou aangegeven worden (in mijn geval M45), zodat je in een race met drie categorieën onmiddellijk je directe tegenstanders kan herkennen, maar dat hadden we dus niet. Aangezien we met meer dan 30 lopers waren, werden we in twee groepen opgedeeld. Ik stond in de groep die de eerste 150 meter in de buitenbanen moest blijven.

Van bij het startschot had ik mij voorgenomen om direct het tempo op te pikken en eventueel aan te pikken bij de jongere categorieën. Al in de eerste ronde ging Stijn Fincioen/AVMO (M35) er vandoor en hij zou niet meer verzwakken om met een prachtige tijd in moeilijke omstandigheden van 31:12:39 te eindigen. Daarachter nestelde ik me vanachter in een groepje met drie jongere lopers. In de derde ronde voelde ik echter dat het tempo te hoog lag om te kunnen blijven volhouden en moest ik beslissen of ik nog verder wou aanhaken – met het risico volledig op te blazen – of ik zou afhaken en alleen zou vallen. Ik keek eens achterom en zag al een versnipperd veld, dus leek het mij best de eersten te laten gaan en op eigen tempo verder te gaan.

Nu ik het tempo liet zakken en een beetje probeerde te recupereren liep het groepje verbazend snel van me weg. Ik hoorde de speaker zeggen dat ik een voorsprong had van 11 seconden dankzij mijn blits-start. Tegelijkertijd besefte ik maar al te goed dat het nog ver was en het zaak was in een tempo te komen dat ik kon volhouden. Ik stond er immers alleen voor.

In de volgende ronden had ik het moeilijk om de ademhaling terug onder controle te krijgen. Bovendien kregen we rond halfweg nog een regenbui met aantrekkende wind te verduren. Pas nu keek ik de eerste keer naar het nog resterende aantal ronden en er stond 16. Mijn voorsprong was lichtjes verminderd naar 8 seconden. Rond die tijd werd ik de eerste keer gedubbeld door Stijn. Vanaf nu moest ik dus rekening houden met een extra ronde als ik naar het aantal nog resterende rondes aan de finish keek. Achter mij voelde ik de hete adem van Jeroen Aelterman/ROBA (M40), maar daar maakte ik mij minder zorgen over dan de voorsprong op Gert Stuyven/AVLO (M45) die met een zestal ronden te gaan tot 5 seconden was geslonken. De speaker merkte terecht op dat de strijd nog volledig open lag. Ik had sinds die eerste keer niet meer omgekeken en ook nu keek ik gewoon voor me en bleef ik het tempo onderhouden. De volgende ronde werd de achterstand nog op 3 seconden geklokt. Even gaat door mijn hoofd dat tweede toch ook nog mooi zou zijn, maar dan verman ik mezelf en maak ik mezelf wijs dat ik toch nog sneller zou moeten kunnen. Nog 4 ronden en nog slechts twee luttele seconden voorsprong. Ik begin me schrap te zetten om nog te proberen aan te pikken als ik voorbij wordt gelopen. En dan hoor ik een supporter naar mijn concurrent roepen “gaan, je kunt er naartoe”, gevolgd door “jawel je kunt het wel”. Ergens maak ik – terecht of niet – op dat Gert nee geschud had en dat geeft mij weer hoop. Na de lastige bocht tegen wind waar je normaal een beetje recupereert, besluit ik deze keer een rechte lijn sneller te lopen – voor zover nog mogelijk – in een poging om een fysieke, maar vooral een morele voorsprong te krijgen. Na de bocht moet ik terug naar mijn vertrouwde tempo, maar aan de finish hoor ik de speaker zeggen dat ik een tussensprint had ingezet en de voorsprong weer vergroot was. Met nog drie ronden te gaan komt Stijn Fincioen mij nog eens voorbij geraasd in wat zijn eindsprint is. Hoewel er nu nul ronden te gaan staan, maakt mijn jurylid mij duidelijk dat er nog twee ronden te wachten staan. En hoewel het nog 800m is, lijkt de strijd toch gestreden. Het is nu kwestie van tempo houden. Eindelijk gaat de bel, de laatste ronde met nog een eindsprint in de laatste rechte lijn. Ik ben te moe om mijn handen in de lucht te steken als ik na 34:04.28 over de streep kom. Even verder kom ik tot stilstand en kan ik net het gevoel van overgeven onderdrukken. Ik ben diep moeten gaan. Gert wordt mooi tweede in 34:11.95 en 25 seconden later komt Wim Herman/WIBO in 34:37.80 het podium vervolledigen.

Een uurtje later worden de medailles bibberend van de kou in ontvangst genomen. Ik kijk tevreden terug op een fantastische strijd en een geweldig belevenis en resultaat.

Tot slot wil ik ook nog de resultaten in de verf zetten van de DCLA clubgenoten: Marijke Willekens/W55 (41:48.76) en André D’hayer/M75 (50.44.03) behaalden zilver. Joris Steenput/M55 liep een PB in 38.13.63. En op de 3000m steeple behaalde Charlotte Sijmens een verdienstelijke 4de plaats in 11.23.48.

Veel respect ook voor mijn Oetingse oud-dorpsgenoot Eddy Vierendeels/M65 die het Europees record verbeterde en op 35:52.00 bracht.

Meer over het BK 10000m Masters Outdoor in Atletiekleven.