Omdat de voet het zo goed uitgehouden had de dag ervoor en de recuperatie prima was na een verkwikkend bad na de Warandeloop, besloot ik om de volgende dag zuidwaarts te trekken naar Nivelles om deel te nemen aan de cross van de gerenommeerde traditieclub CABW (Cercle Athlétique du Brabant Wallon) met atleten zoals marathoner Dorian Boulvin en 1500m specialiste Elise Vanderelst. Het epicentrum van het gebeuren was de Ferme de l’Hostellerie, een vierkantshoeve waar zich in de verschillende vleugels de inschrijving, vestiaires en toiletten bevonden. De wedstrijden speelden zich op een nieuw parcours een 20 tal meter lager in de velden af.



Het contrast met de cross die ik gisteren liep kon nauwelijks groter zijn. Het begon al met de inschrijving. Er werd nog gebruik gemaakt van het papieren strookje dat je voorzien van jouw gegevens met je nummer op de borst moest spelden en bij de finish moest afgeven. Ik loop niet zo vaak crossen, maar dat had ik sinds de invoering van atletiek.nu en post-corona niet meer gezien. De kleedkamer was in een van de overigens wel goed verwarmde stallen. Verder was het parcours in niets te vergelijken met gisteren. Dit was cross met de grote C: modder overal, glibberig, 360° bochten, steile bergaf, lastige ploeterstroken, maar ook een lopend stuk in het bos en vooral een lastige 250m serieus bergop naar de finish toe. Daartegen was de bosloop van gisteren een formule 1 parcours. Eén ding was duidelijk: op zo een parcours win je niet per ongeluk, zeker al niet als de afstand 7500m is.
Vermits alle mannen categorieën van junioren, senioren tot masters samen liepen, pakten zich een 50 tal lopers samen aan de start. Even nog een opmerking over mijn witte spikes en dat dit niet lang zo zou blijven en dan stonden we klaar voor het startsein. Geen startschot want de starter was zonder kogels gevallen, maar plan B een scheidsrechters fluitje zou het peloton op gang brengen. Met de bosgrond van Tilburg nog aan de schoenen, want onvoldoende tijd om ze te poetsen en nog te laten drogen, ging het in gestrekte draf naar de eerste bocht die als trechter dienst deed. Beseffend dat dit een lange zware cross ging worden, ging ik bewust een beetje meer behouden dan gisteren van start tussen de 10de en 15de positie. We kwamen nu in een slingergedeelte van het parcours waar we drie keer op en af moesten lopen. De eerste drie keer omhoog liepen nog vrij vlotjes, maar dan was ik pas halverwege de eerste van zes ronden. Bij al dat krachtwerk bleek duidelijk dat de jeugd beter geplaatst was, maar in de tweede helft van de ronde was het vlak en kon er tempo gemaakt worden, iets wat me meer lag. Vlak voor het einde van de ronde volgde een snelle lange afdaling. De gedachte dat dit nog 5 keer zou moeten overwonnen worden, maakten mij een beetje moedeloos. Ik kon mijn plaats wel handhaven, maar de stroken bergop gingen vanaf de derde ronde toch niet meer van harte. Terwijl het spoor met elke ronde in de bochten steeds dieper uitgegraven werd door de centrifugale krachten, leek ook de zuigkracht van de modder elke ronde groter te worden. In de voorlaatste ronde kwamen er nog een drietal lopers voorbij. Met elke ronde was er ook meer modder om mee te sleuren aan spikes en benen. Met nog een halve ronde te gaan, hoorde ik dat Dorian Boulvin, die verleden week nog 7de werd in het BK en daardoor net het EK miste, als eerste over de meet kwam. Nog een laatste spurtje bergop en dan de meet over waar de kaartjes in de juiste volgorde werden gestoken. Mijn eerste bekommernis was om iets warm aan te trekken. Mijn verwondering was dan ook groot dat ik vrij vlug na de aankomst op het podium werd geroepen als derde master (16de algemeen). Ik repte me naar het podium en kon mijn trui al weer uittrekken. Ik flankeerde er twee dertigers van de plaatselijke club, Adrien Willemet en François Decamk, die ruim beter waren.



Heel eerlijk, zonder afbreuk te willen doen aan de elegantie van de verschijning van Mr. Noël Levêque, de voorzitter van de club had ik de prijs liever uit handen van Elise Vanderelst gekregen zoals bij de andere podia. Maar Elise was zich al aan het opwarmen om daarna ruim de maat te nemen van de andere dames.
Ik kan iedereen aanraden om eens te komen proeven van deze lastige, charmante cross uit de oude doos aan de andere kant van de taalgrens. Het kleine aantal Vlamingen doet deze organisatie eigenlijk onrecht aan. Ik hoop dan ook dat bij volgende edities ook enkele clubgenoten de weg vinden.
Foto’s eigen wedstrijd: Christian Chretien; Foto podium: Adrien Willemet (supporter)