Chicago marathon | 08 Okt 2023 | 02:30:14

3e Abbott Wanda Age Group World championships – bronze medaille

Na de overwinning op het vorige wereldkampioenschap in London vorig najaar en nadat de euforie een beetje was gaan liggen, had ik nood om mentaal te herbronnen. Na een periode van vijf jaar had ik mijn doel eindelijk bereikt en de logische vraag was: wat is nog groter, moeilijker en ook motiverend genoeg dan wereldkampioen worden? Zelfs na een drie maanden lange loop-sabbatical met zeer beperkt loopvolume bleef het grote doel vaag. Focussen op de verdediging en verlenging van de titel leek het meest logische, maar aanvankelijk kon ik me er niet echt meer voor opladen in die mate dat ik me zelfs niet inschreef voor het volgende wereldkampioenschap ondanks de uitnodiging. Dit was mede ingegeven doordat mijn trouwe reismaat Werner te kampen had met aanslepende gezondheidsproblemen zodat ook hij moest passen. Tenslotte stond ik op het punt me voor de marathon van Berlijn in te schrijven, toen er alsnog een tweede kans in de bus viel om me voor Chicago – de plaats van het volgende wereldkampioenschap – in te schrijven. Tenslotte werd de zaak beklonken toen mijn broer, mijn trouwste supporter akkoord was om mee te gaan ter ondersteuning. Ik zou de handschoen opnemen om mijn titel te verdedigen, een zo mogelijk nog grotere uitdaging dan om hem te veroveren. Ik maakte dit hét doel van dit loopseizoen. Tevens hoopte ik, mits een goede prestatie in de buurt te komen van het Belgisch record hetwelk Stefaan Van den Broek in het voorjaar in Enschede op 2u24m41s had gebracht.

Ik merkte echter al vlug dat er veel verloren gegaan was in de rustperiode en ik besefte dat het heel wat moeite en tijd zou kosten om terug op niveau te geraken, als het al mogelijk zou zijn om er terug te geraken. De voorjaarsresultaten waren in elk geval minder dan het vorige jaar, maar ik bleef er rustig bij en werkte gestaag verder, erop vertrouwend dat conditie met consistentie terugkomt. Door de DCLA halve fond trainingen met de masters van Michel Jordens werkte ik aan de snelheid op de kortere afstanden, een welgekomen afwisseling met de vooral uithoudingsgerichte marathontrainingen. Hoewel dit niet direct bijdroeg aan mijn marathoncapaciteiten, voelde ik me wel een completer atleet en vooral de groepstrainingen, ook met de Brokkenlopers brachten me het plezier voor het lopen terug. In de laatste maanden stonden ze me ook actief bij voor de hardere tempotrainingen wat ik zeer kon appreciëren. Dat maakte dat ik begin September toch weer een beter gevoel in de benen kreeg en de hoop op een goed resultaat terug toenam. Zo zakte ik zonder noemenswaardige problemen in de trainingscyclus vrijdag voor de marathon naar Chicago af.

De expo in het Mc Cormick Trade center was drukbezocht met 47000 deelnemers die hun BIB moesten komen afhalen. Ondanks het feit dat ik op drie standen nummers moest gaan ophalen (voor Chicago 5k op zaterdag, het marathon nummer voor vooraan en het nummer voor het WK achteraan voor zondag) verliep het ophalen verbazend vlot dankzij de uitstekende organizatie. Het is altijd leuk om eens door de standen te struinen om te kijken of er nieuwe evoluties of producten aangeprezen worden. Dat gaat van nieuwe massage guns, een prijzige soort broek die je benen masseert via compressie, armbanden met kralen voor elke marathon major tot ketonen. Het aanschuiven voor alle soorten swag liet ik aan mij voorbijgaan. Net als de vorige twee jaren kregen we wel een heuptas als herinnering aan onze deelname aan het Age group wereldkampioenschap. De receptie die de vorige jaren op vrijdagavond in een glamoureus kader werd georganizeerd, was vervangen door een verwarmde tent met ontbijt op de marathondag zelf. Waarschijnlijk heeft het toenemende aantal van deelnemers aan het WK hier iets mee te maken (2500 deelnemers in 18 categorieën, van M40 tot M80+). Dit maakt dat de exclusieve beleving en de verwezenlijking om überhaupt te worden uitgenodigd vervangen is door een businessmodel waar er door Abbott een mooi centje kan verdiend worden door het niet gering inschrijvingsgeld van om en bij de 400€ (weliswaar inschrijving van de marathon inclusief). Ik vermoed dat weinig medaillekandidaten hun kansen hebben gehypothekeerd door daar net voor de wedstrijd een ontbijt te gaan eten. Ik had in elk geval op voorhand al het ontbijt gegeten dat ik gewoon ben. Voor ik echter in de tent raakte had ik net als velen al 45 minuten in de rij gestaan om nog maar binnen te geraken op het terrein. Goed bedoeld hadden ze een speciale ingang voorzien voor de deelnemers aan het wereldkampioenschap. In twee rijen moest iedereen zijn blauwe armband en zijn nummer laten zien waar een blauwe sticker moest op staan. Een deel bleek geen blauwe sticker te hebben omdat die niet op het nummer, maar op de envelop van het nummer was geplakt door de organizatie. De vertraging dat dit teweeg bracht ging zo ver dat we zelfs niet op tijd aan de start dreigden te geraken. Dus werd er beslist dat iedereen zijn armband moest omhoogsteken, waarna iedereen doodleuk werd binnengelaten. De eerste maar zeker niet laatste organizatorische miskleun. Dan maar in draf naar de tent waar ik mezelf vlug omkleedde alvorens met mijn doorzichtige zak naar de “gear check” te gaan. Doordat iedereen daar zo laat aankwam was het daar ook één en al chaos. Er waren een achttal rijen, echter niet afgescheiden. Het kwam erop naar dat iedereen zijn zak daar op een grote hoop mocht gooien. Ik dacht toen al, dat gaat hier wat worden voor die vrijwilligers om in die 2000 zakken mijn gerief terug te vinden, maar gelukkig hebben ze nog wat tijd om dit te organizeren. Maar lang tijd om hierover na te denken was er niet want het startvak ging al binnen minder dan een half uur sluiten en we moesten nog een kwartier stappen ernaar toe. Onder begeleiding geraakten we ter plekke. Opwarming werd gereduceerd tot drie rondjes in het startvak zelf, want dan was het meer dan tijd om aan te sluiten. Slotsom al dat prioritair gedoe had veel meer tijd en moeite gekost dan de vorige keer in 2019 toen ik op minder dan een kwartier van het hotel in het startvak stond. Desalniettemin was het moreel onaangetast en nadat de “star-spangled banner” a capella gezongen was, konden de rolstoelatleten en profs van start gaan.

Een dertigtal seconden later werd ook ons startvak op gang geschoten. Het duurde echter nog een minuut voor ik de start streep kon passeren. Ik had mezelf voorgenomen om voorzichtig te starten, maar toen ik na de eerste kilometer bijna 4minuten per kilometer liep, besefte ik dat het toch sneller zou moeten. Er liepen echter nog steeds veel tragere lopers voor me waar ik mij op links voorbij moest wringen. Vanaf kilometer 3 kwam ik stilaan op dreef. De handschoentjes konden letterlijk uitgedaan worden want er was werk aan de winkel. Ik hoorde aan de lichte paniek in de stem van mijn broer na 6 kilometer dat ik al in een schier onmogelijke positie liep (achteraf vertelde hij dat ik al in de 7de groep liep met minstens 5 concurrenten voor mij en hij het al niet meer zag zitten). Ik had mijn start dus compleet gemist en mijn concurrenten waren niet alleen anderhalve minuut eerder gestart omdat ze van voor in het vak stonden, maar waren nog een extra minuut uitgelopen door mijn trage aanvang. Gelukkig kwam ik van dan af onder stoom, ik liep nu constant mensen voorbij. Van in een groepje zitten was echter geen sprake, ik stond er alleen voor en de eerste 12km waren tegenwind. Enerzijds was ik tevreden dat ik kon blijven naar voor opschuiven, maar anderzijds was het toch werken om het tempo te kunnen ophouden. Na 19km stond mijn versie van Kipchoge’s “bottle” Claus klaar om mij twee Maurten gels aan te geven. Er was nog één concurrent die slechts 10 seconden voor mij liep, virtueel liep ik dus al in eerste positie. Op een twaalftal kilometer leek de situatie weer rechtgezet. Voor het eerst zag ik een groepje waar ik zou in kunnen meelopen, maar dat liep dus nog net voor mij. Ondertussen had ik het halfwegpunt bereikt in 1u12m, wat een mooie tijd was wetende dat de start niet denderend was. Het duurde nog 5km voor ik bij het groepje kon aansluiten en net dan spatte het groepje uit elkaar. Kortom het zou een solotocht worden. Erger dan dat was echter dat ik een eerste keer een krampscheut had gevoeld. Met nog 16km te gaan besefte ik al dat dit geen goede afloop zou kennen. Dit had ik al meerdere keren meegemaakt, maar niet meer sinds 2019. Terwijl ik ook de laatste concurrent had bijgebeend en achtergelaten, begonnen de benen steeds zwaarder te worden en de kilometertijden gingen evenredig omhoog. Mijn bovenbenen (quads en hamstrings) verduurden helemaal. Ze opheffen koste mij meer en meer moeite, maar ik trooste mij met de gedachte dat in deze faze het voor iedereen afzien geblazen is. Toch kon ik niet naast het feit kijken dat ik nu werd ingehaald, eerst amper, maar daarna meer en meer. Op km36 na nog een aantal waarschuwingen in de benen sloegen de krampen echt in het rechterbeen toe. Stoppen en dertig seconden stretchen waren nodig om daarna terug langzaam op gang te komen. De concurrenten waren ondertussen echter al voorbij gelopen zonder dat ik ze gezien had. Niet dat dit er veel toe deed. Telkens als ik mijn pas wilde vergroten, sloegen de benen toe. Er bleef niets anders dan te blijven lopen met dezelfde pas en zelfs dat deed ongelooflijk veel pijn. Ergens was er nog een beetje hoop dat ik genoeg voorsprong zou overhouden, maar ik voelde dat het tempo van kwaad naar erger ging. Ik bereikte de finish na 2u30m14s, niet de tijd waar ik op gehoopt had, verre van zelfs en amper voldoende om nog op het podium te staan. Ken Rideout liep één minuut sneller en Wayne Spies 20 seconden. Het was dus zeer speelbaar geweest zonder krampen. De oorzaak is niet ver te zoeken. Een gebrek aan krachttraining in de laatste maanden in combinatie met een niet al te goed wedstrijdverloop in de eerste kilometers. Toch kan ik me weinig beklagen in de wedstrijd zelf. Ik had alles gegeven wat er op de tafel lag en ik kon amper nog stappen. De (relatief) slechtste marathons zijn ook diegene waar je het meest van afziet. Natuurlijk kwam ik voor meer, ik wilde alle verwachtingen inlossen zondermeer, maar een wedstrijd moet gelopen worden… dat is sport. De marathon is 42km en geen 36km. Na de eerste ontgoocheling kan ik toch de rust vinden om tevreden te zijn met die derde plaats.

Als WK deelnemer kunnen we nu terug naar de tent (nog steeds verwarmd) om ons gerief op te halen. Ondanks het rare loopje kom ik nog als één van de eersten aan. Tot mijn ontsteltenis is er niks gebeurd met de hoop zakken. Een tiental vrijwilligers staat midden in de zee van ongeorganizeerde zakken met de wanhoop in hun ogen. Iedereen roept nu zijn nummer en dan begint de loterij. Als je geluk hebt vinden ze je zak snel of zie je hem zelf liggen. Bij mij duurt het een kwartier, sommigen na mij zullen het na 1uur45min opgeven en zonder zak vertrekken. Een echte blamage voor de organizatie. Dan maar de tent verder in waar ze me na het zien van mijn “funny walk” direct naar de massage leiden als een zwaar geval. Gelukkig ben ik niet alleen. Na ongeveer een half uur en heel wat pijnscheuten later krijgen ze mijn bovenbenen en rug min of meer los. Dan denk je als atleet dat je alles gehad hebt bij de finish, maar dit kon ook tellen qua pijnbeleving. Echter daarna zal ik geen krampen meer krijgen, dus job well done. Daarna kan ik stapjes gewijs de weg naar het hotel terug aanvatten.

Abbott had in de voorafgaande instructies laten weten dat voor diegenen die op het podium staan er nog een receptie zou zijn met alle kampioenen. We zouden nog een email ontvangen met de plaats en het uur van de receptie. Ondertussen is het me ook duidelijk dat er een nieuw WR gelopen is door Kelvin Kiptum en een ER door Sifan Hassan. Ik kijk er als gewone sterveling wel naar uit om net als vorig jaar met de profs een receptie te hebben. Eerst wel nog een beetje opfrissen natuurlijk. Ondertussen wordt het vijf uur en heb ik nog steeds geen email ontvangen van de organizatie en ik ben niet de enige. Hoe moeilijk is het om 50 mensen uit te nodigen. Deze WK organizatie is echt rampzalig… ik kan niets anders dan zelf het heft in handen nemen. Gelukkig weet Ken Rideout (die ook geen email krijgt) wel het uur waarop de receptie in het Hilton hotel doorgaat. Blijkbaar zou er ook eten zijn. Er mag ook een gast uitgenodigd worden. Dat komt goed uit zo kan mijn broer ook mee. We hebben juist al eten gereserveerd. Dan maar cancellen en op minder dan een uur naar het stadcentrum voor de receptie. Daar aangekomen lopen we gelukkig mensen van de organizatie tegen het lijf die ons naar de juiste zaal leiden. Dan nog een spannend momentje of we zouden binnen mogen zonder mail, maar gelukkig zit Danny Coyle van Abbott die mij geïnterviewed heeft voor een artikel aan de ingang zodat we toch nog kunnen genieten van (meerdere alcoholische) drankjes en een lekker buffet. Deze receptie ontgoocheld niet. Beide recordhouders zijn aanwezig net als de top drie. Vooral nummer drie bij de mannen, onze nationale trots Bashir Abdi, interesseert ons als Belgen natuurlijk. We knopen een praatje met hem aan. Hij kijkt wel tevreden terug op zijn marathon, maar moet toch ook erkennen dat Kiptum outstanding was.

Daarna mag ik samen met de vrouwen W50 op het podium. Op zo een moment wint de trots het toch van de ontgoocheling in je. Ik ben de enige van de M50 mannen op het podium wat ik wel jammer vind. Het is altijd leuk om je concurrenten te leren kennen. Ken had mij laten weten dat hij reeds op weg naar huis was, van Wayne weet ik zelfs niet of hij de plaats en tijdstip van het gebeuren had doorgekregen. Ook bij de andere “age group ” kampioenen heerst er grote onvrede over de belabberde organisatie. En dan hadden wij nog de receptie mogen meemaken. Vooral zij die London hebben meegemaakt, vinden het contrast groot. Voor dat inschrijvingsgeld mag het wel iets meer zijn Abbott. Volgend jaar is het WK in Sydney (waarschijnlijk de 7de major vanaf 2025). Als ze willen dat dit event verder blijft bestaan, zullen de standaarden terug omhoog moeten. London was fantastisch, hopelijk wordt Sydney dat ook! Of ik erbij zal zijn, weet ik nog niet. Ik ben in ieder geval wel reeds gekwalificeerd…

London marathon | 02 Okt 2022 | 02:25:38

Abbott Wanda Age group World Champion, Wereldkampioen, Champion du monde… het is gelukt!!!

Als ik op de Mall tegenover Buckingham Palace de eindstreep overkom staat er nog 2u25 op het bord, het lijkt allemaal zo onwezenlijk. De laatste 2 mijlen waren eindeloos, ik lig eerste…, maar wat als er nu nog iemand terugkomt? De benen wegen als lood en verkrampen regelmatig, ik bedenk me dat van reageren geen sprake meer zal zijn. Achter mij is er echter honderden meters ver niemand te zien, voor mij kruipen de laatste overblijvers van een groep die zich rond km10 gevormd had, metertje per metertje weg. Dan maar weer proberen rechtop te lopen met grote passen en … te onstpannen. Er speelt nog iets anders door mijn hoofd: het nationale record M50. Ik moet er dicht bij zijn, maar mijn hersenen -verstoken van energie – laten niet meer toe om in te schatten of en hoeveel overschot ik nog heb. Nee, de laatste energieshot die ik nog uit een “frisse” Cola aangereikt door mijn broer op km35 kreeg, is uitgewerkt nu. Mijn lichaam doet zijn best om mijn dwingende vraag om niet op te geven en nog vol door te gaan te beantwoorden door alle beschikbare reserves naar de benen te sturen. Eindelijk kunnen de armen de hoogte in en stopt de pijn (even) om plaats te maken voor ongeloof en dan een enorme voldoening.

Al mijn loopdoelen zijn in één klap afgevinkt !

Al mijn loopdoelen (voor dit jaar) zijn in één klap afgevinkt:
v Abbott Age Group M50 Wereldkampioen
v Belgisch Nationaal Marathon Record M50
v London Marathon Major M50 winnaar
v DCLA Marathon M50 Club Record
v Persoonlijk Marathon Record

Ik bedenk me hoeveel keer ik mezelf moed ingesproken heb op training tijdens de laatste vijf jaar met “ik wil wereldkampioen worden”. Het moeten ondertussen honderden keren geweest zijn, vaak slechts een klein ogenblik gedurende de lange loop, een recuperatieloop in de regen of bij die laatste intervalrepetitie. Motiverende selftalk zou de sportpsycholoog zeggen, maar het werkte. Toen ik vijf jaar geleden van het Abbott Wanda Age group wereldkampioenschap hoorde wou ik eerst en vooral meedoen aan de wedstrijd. Het leek allemaal zo veraf en zeer onzeker of überhaupt haalbaar, maar naarmate de jaren vorderden en de resultaten verbeterden, legde ik mijn lat steeds hoger: ik droomde van het podium en dan wereldkampioen. Verleden jaar ging de eerste versie van het wereldkampioenschap door. Ik werd vijfde, toen nog in leeftijdsgroep M45. Ik herinner me nog het gevoel van ontgoocheling op de avondceremonie bij de prijsuitreiking na de wedstrijd… dat wou ik dit jaar ten allen koste vermijden. Nochtans zag het er enkele maanden tevoren niet echt veelbelovend uit.

In de winter had ik een zware trainingsperiode met veel krachtoefeningen ingelast en ik voelde me beter dan ooit. Echter na 5 maanden van intense training, begon de mentale en fysieke vermoeidheid plots de kop op te steken. De vele trainingsuren hadden hun effect op het gezinsleven niet gemist en ook de achillespees begon weer op te spelen. Desalniettemin werd ik eind april – ook al niet blessurevrij -nog Belgisch kampioen op 10km. Eind mei tijdens de Interclub kampioenschappen waar ik voor mijn club DCLA de 5000m voor mijn rekening zou nemen, ging het acht ronden goed alvorens de kuit het langzaamaan begaf. Ik voelde de pijn met elke ronde toenemen. De laatste ronde werd een marteling, waarbij ik nog net niet hinkend over de streep kwam… maar ik wou het team ook niet in de steek laten. Zoals later zou blijken hadden we de punten nodig om de eerste plaats en de promotie naar de eerste klasse veilig te stellen. De volgende dagen nam ik de schade op. Ik herkende het gevoel in mijn linker kuit van mijn spierscheurtje in 2019. Een blessure die negen weken nodig heeft om te genezen. Ik herinner me nog dat ik aan mijn coach Claire liet weten dat het voorbij was, ik zou pas in augustus terug kunnen doortrainen, amper 8 weken voor de London marathon. Toch hield ik het hoofd koel en laste eerst 6 weken in van niks naar zeer beperkt (15km, 35km, 52km, 60km) lopen. Fysiek ging het dan wel iets beter, maar mentaal had ik toch nog mijn zorgen. Het was ondertussen half juli met nog 11 weken te gaan. Ik had nog steeds last, maar ik kon het onder controle houden. Ik had in al deze weken geen snelheidstraining gedaan, enkel rustige lopen. De laatste week van juli haalde ik voor het eerst 100km/week. Ondanks alles voelde ik dat de conditie niet helemaal weg was en op één van de babbelloopjes met mijn trouwe reisgezel Werner die me ook nu weer naar London zou vergezellen, sprak ik de hoop uit om toch nog naar het podium te dingen. Het zou nu zaak zijn consistent te trainen en geen verdere blessures op te lopen. Na een weekje vakantie volgden 6 intensieve weken die me stelselmatig naar 170km/week brachten. Ik had nog nooit zo veel getraind op zo een korte periode, maar omdat ik nog fris zat, bleek het geen probleem om dit te verteren. Er was echter iets wat me ongerust maakte: ik had amper op snelheid getraind, slechts één keer per week in die laatste zes weken (t.o.v. gemiddeld twee keer in vorige trainingscycli). De resultaten van de voorbereidingswedstrijden konden mijn gemoed gelukkig wat kalmeren. Op het PK halve marathon in Gooik liep ik onder soortgelijke warme condities op 5 seconden na de tijd van het jaar tevoren met een veel beter gevoel. Drie weken voor de grote dag deed ik mijn laatste grote trainingsweek met als afsluiter een 35km duurloop (inclusief bevoorradingsstrategie) met 7km gelijkmatig marathontempo (3:30min/km) op het einde. Drie taper weken is lang, maar ik troostte mij met de gedachte dat er nog een aantal marathontempo’s op het programma stonden. Ik reduceerde ook de krachttraining drastisch. Op de laatste gewichtstraining twee weken voor d-day sloeg het noodlot weer toe. Ik voelde kort nadien pijn in mijn quadriceps, in die mate dat ik de volgende dag een rustige loop van 15km moest inkorten. Nog geen paniek… dan maar twee dagen gedwongen rust nemen. De pijn verdween bij het stappen, maar na alweer een rustige loop kwam de pijn terug. Paniek! Gelukkig kon ik de volgende dag al terecht bij Dennis, de kinesist, die mij na een hele batterij oefeningen die ik pijnloos kon uitvoeren gerust stelde. Ik zou volledig hersteld aan de marathon kunnen beginnen. We waren ondertussen al op iets meer dan een week voor de marathon aanbeland en omdat er in de laatste week weeral geen tempo was gelopen, werden nog twee kortere tempolopen ingelast om niet te veel conditieverlies te lijden. Beide lopen verliepen uitstekend en de rust in mijn hoofd keerde terug. Er waren twee zaken die mij veel vertrouwen gaven: de uitstekende winter en mijn frisheid ondanks de zware training. Ik was er klaar voor.

Er waren twee zaken die mij veel vertrouwen gaven: de uitstekende winter en mijn frisheid ondanks de zware training. Ik was er klaar voor.

Omdat ik vorig jaar reeds met Werner Heselmans naar London was afgezakt, verliepen de dagen voor de marathon ontspannen. De Eurostar bracht ons vrijdagmorgen naar ons hotel in de buurt van Victoria station. Daarna bezochten we de expo voor het afhalen van de startnummers met daarna ook de obligate passage door de New Balance merchandise stand. Al bij al kwamen we er nog vrij goedkoop door deze keer. Op den duur heb je ook alles al in veelvoud. Omdat we ook ingeschreven waren voor de virtuele Abbott Global run marathon die we op hetzelfde moment als de London marathon zouden lopen, konden we daar ook meteen al onze eerste, maar zeker niet de laatste medaille ophalen: die was gemakkelijk verdiend. Voor de andere twee medailles zouden we wel de finish moeten bereiken. Tenslotte werd ook de carbo loading gestart met een eerste keer “penne” op het menu. ‘s Avonds onder een druilerige regen werden we verwacht op een receptie in het Maritieme museum in Greenwich samen met de andere deelnemers aan het wereldkampioenschap . We maakten er kennis met Franz Weixenbaum, een Oostenrijker die net Berlijn had afgewerkt en die in onze leeftijdsgroep aantrad. Hij had er duidelijk nog zin in. We zouden hem nog de volgende dag tijdens het loslopen en natuurlijk ook op zondag terugzien. Naast de Londense race director Hugh Brasher, die ons uitvoerig welkom heette, waren ook alle andere race directors van de vijf andere majors aanwezig. We genoten van een glaasje en de excellente hapjes. Vooraleer naar het hotel terug te keren, poseerden we naast de enorme winnaarsbeker.

Zaterdag is traditioneel een dagje van platte rust op een kort losloopje na. De dag bestond uit op ons bed liggen, ons naar een restaurant begeven voor meer pasta, nauwgezet het weerbericht volgen en terug op ons bed liggen. De aangekondigde regen baarde ons een beetje zorgen. Net zondagvoormiddag zou er een buienfront over de Britse hoofdstad trekken. We legden onze poncho’s klaar voor de volgende ochtend. Tenslotte aten we ook nog drie keer pasta: één keer penne en twee keer spaghetti. De laatste keer in een gezellig Italiaans restaurant samen met de familie die speciaal naar London was meegereisd. De koolhydraten kwamen onze oren uit. ‘s Middags in de trattoria waren we al in gesprek geraakt met de sympathieke Amerikaanse Braziliaan Farnese Dasilva uit New Jersey. Omdat er voor de volgende dag regen voorspeld was, hadden we onze verplaatsing met de trein een half uur verlaat om zo kort mogelijk in de regen te moeten wachten.

Grote verrassing als we zondagmorgen opstonden: na dagen van aangekondigde regen, zou deze net onder London voorbijtrekken en zou het hooguit een beetje miezeren aan de start. Tenslotte zouden we helemaal geen regen zien. De treinreis naar Blackheath verliep rustig en buiten het feit dat we aanvankelijk in het verkeerde startvak stonden verliep alles voorspoedig. Gelukkig gaf de speaker wel de juiste instructies want de Championship runners werden in een apart startvak verwacht. Daardoor was er eigenlijk weinig vrije tijd meer en na een korte opwarming drumden we allemaal samen in een hoek om ons naar de start te begeven. In tegenstelling tot vorige jaar stond ik deze keer samen met Werner in de eerste groep. Net naast ons waren de elite aan het opwarmen en na het roepen van een Nederlandse aanmoediging kwam Bashir Abdi ons persoonlijk high-fiven en succes wensen. Een mooi gebaar, want slechts enkele minuten voor de start. Plots begon het aftellen en langzaam zette de groep zich in beweging. Ik nam een behouden, maar toch stevige start. Ik trachtte zo snel mogelijk in de flow te geraken. In ieder geval was het veel vrijer lopen dan vorig jaar, nergens werd ik opgehouden.

Het duurde tot km10 rond het zeilschip de “Cutty Sark” voor er zich een groepje van 15 lopers vormde. Ik hield mij in de buik van het groepje. Daardoor hoorde ik pas (te) laat de aanmoedigingen van mijn meegereisde supporters. We hadden afgesproken dat ze nog één Maurten gel zouden geven, zelf had ik er 5 op zak, t.t.z. ik was net al aan mijn tweede gel bezig op dat ogenblik. Maar niet getreurd er waren nog punten waarop we elkaar zouden kunnen zien. Ik zat nu wel in een groepje en ik had de eerste 10km net onder de 34 minuten afgehaspeld, maar had geen idee hoeveelste ik liep in mijn leeftijdscategorie ondanks het feit dat ik in de eerste kilometers een aantal leeftijdsgenoten had ingehaald. De situatie werd al iets duidelijker op km12 toen ik plots Jonathan Walton voor mij zag, de wereldkampioen M50 van 2021. Ik wist uit de tussentijden van vorig jaar dat hij een snelle starter is, dus vermoedde ik dat er niet veel meer 50’ers voor mij zouden lopen. Omdat we hem inliepen met het groepje en ik nog comfortabel meeliep, maakte ik mij voorlopig weinig zorgen. Terecht want toen ik een vijftal kilometer later eens rondkeek in het groepje was hij niet meer te bekennen. Halverwege kwam ik door in 01:11:51, slechts luttele seconden trager dan op het BK Halve marathon in Gentbrugge in het voorjaar, met een voorsprong van 1 minuut. Ik was nog steeds ruim voor op het nationaal record schema van 1u13m. Hoewel ik me nog goed voelde, merkte ik wel dat ik al redelijk wat energie had verbruikt.

Net na London bridge had ik opnieuw mijn bevoorraders gemist, erger nog deze keer had ik ze niet eens gezien. Ondertussen was ik aan gel nummer 4. Gelukkig lukte het wel op km25, ik nam de gel aan en stak hem weg. Het eten ging steeds moeilijker nu. Mijn voorsprong stagneerde op één minuut. Ondertussen waren mijn supporters erachter gekomen dat op het rugnummer de leeftijdscategorie stond. Ikzelf wist op dat ogenblik nog steeds niet in welke positie ik liep, maar dat was op dat moment het minste van mijn zorgen. Ik trachtte mij vooral te concentreren en zo weinig mogelijk energie te verspillen. Het groepje was ondertussen al uitgedund tot een 7-tal lopers, de afvalrace ging door.

En dan op km26 voelde ik de eerste lichte kramp in mijn rechterbeen… een eerste waarschuwing van het lichaam. In de daarop volgende kilometers zouden de krampen in beide benen geregeld opspelen, maar we kwamen nu aan het stuk tegen de wind vanaf km34 en ik wou zo lang mogelijk in het groepje blijven, zelfs als het een beetje boven mijn tempo ging. We raapten twee lopers die op km17 uit het groepje waren weggelopen en nooit verder dan 100 meter voor waren geraakt terug op, alvorens ze achter te laten . Ik begon nu te voelen dat ik sinds km25 niets meer had gegeten en ik hing op 10 meter van het groepje. Gelukkig stonden mijn begeleiders er een laatste keer rond km35 en hoewel ik naar de andere kant van de straat moest lopen, miste ik het flesje cola deze keer niet. Nadat de eerste bruis eruit was, deed ik een allerlaatste poging om zoveel mogelijk suikers binnen te krijgen. Ik mocht nu niet meer versagen, want naast de bevoorrading had mijn broer ook toegeroepen dat ik eerste liep. De cola en deze wetenschap zorgde ervoor dat ik op de rand van krampen verder aanklampte in het groepje.

Wat ik niet wist, was dat in werkelijkheid Jonathan Walton – de tweede in de wedstrijd – na km25 serieus vertraagd was en daar al 5 minuten achter liep.

Tenslotte moest ik de anderen laten gaan en op karakter en onder luide aanmoediging bereikte ik de finish in 2u25m38s, 23e niet-elite, 50e algemeen, 7e master, 1e M50’er. Het Belgisch record van Chris Verbeeck uit 2009 (2u26m59s) was uit de boeken gelopen. De tweede M50’er eindigt op 8 minuten, op de derde is het zelfs 10 minuten wachten.

Ik finishte in 2u25m38s, 23e niet-elite, 50e algemeen, 7e master, 1e M50’er. Het Belgisch record van Chris Verbeek uit 2009 (2u26m59s) was uit de boeken gelopen.

Na de finish is het zaak om niet volledig te verkrampen. Ik bel met mijn Amerikaanse coach Claire Bartholic die speciaal vroeg is opgestaan om de kunnen volgen. We zijn door het dolle heen. In alle emotie vergeet ik mijn Abbott World Championship medaille op te halen. Een vergetelheidje die mij nog eens twee kilometer extra doet terugwandelen, maar dat heb ik er op dit moment allemaal voor over. Ik stap stijf door London, maar op een roze wolk… wat een race was dat! Als ik op de kamer kom is Werner er reeds. Ook hij heeft weeral een mooie prestatie neergezet: 2u51m22s, 43e M50.

Net zoals vorig jaar gaat de avondreceptie met prijsuitreiking door in het chique Park Plaza Westminster hotel. Abbott had duidelijk geluisterd naar de feedback want deze keer geen staande receptie, maar tafels met stoelen. ‘t Is te zeggen voor diegenen die voor het aanvangsuur aankomen. Bij onze stipte aankomst blijken alle stoelen reeds bezet, dus toch weer een staande receptie voor ons. We ontmoeten er opnieuw Franz (2u52m36s) en Farnese (2u49m51s) en ook onze Amerikaanse landgenote Marie Billen. Haar aanstekelijk enthousiasme zorgt meteen voor sfeer. Ze stelt ons voor aan een trainingspartner uit haar loopgroep, Dave Walters (M60 wereldkampioen). Hij vertelt me dat hij als vliegtuigpiloot goede herinneringen aan Brussels overhoudt en dat dit de 16e major is die hij in zijn age group wint. Dan ben je blij als je mee op de foto mag.

Na een halfuurtje is het tijd voor het officiële gedeelte. Eerst wordt de aanstelling van kersvers CEO Dawna Stone aangekondigd. Wanneer er niet genoeg enthousiasme is bij haar opkomst op het podium, laat ze ons alles nog eens overdoen. Straffe madam! Toch blijft het geroezemoes in de zaal groot en krijgt ze het druk pratende publiek niet echt stil. Dan volgt de prijsuitreiking die begint met “we hebben geprobeerd om één van de toplopers van vandaag hier te krijgen voor de overhandiging van de trofeeën, maar dat is helaas niet gelukt. We hebben dan maar een beroep gedaan op een viervoudig winnaar van de London marathon. Please welcome Eliud Kipchoge!” Een deur zwaait open en daar komt de minzame man het podium opgestapt. Plots valt de zaal compleet stil… en dan stormt iedereen naar voor met de smartphone in de hand. Ik heb nog nooit iemand gezien die zo een impact had op een volle zaal. Zelfs voor de officiële fotografen is er voor het podium plots geen plaats meer, iedereen wil die selfie nemen met de grootste marathoner aller tijden.

Als ik besef welke eer me te beurt zal vallen door van hem de trofee te krijgen, gaat er een golf van opwinding door mijn bloed. Dit is nog mooier dan wereldkampioen worden. Als ik op het podium kom laat ik mijn emoties eventjes los en werp mijn handen wild de lucht in. Ik krijg felicitaties, een handdruk en een arm om me heen. Dit is adrenaline, dopamine… en alle andere andere -ines tegelijk. Puur genieten. Ik onderdruk een glimlach als ik nog net zie hoe Werner het aan de stok krijgt met de organisatie omdat hij naar voor springt in de no-fly zone om de ideale foto te maken. Tenslotte mogen alle medaillewinnaars samen nog eens op het podium. Ik verwonder er me steeds om hoeveel rust er van Kipchoge uitstraalt. Zelfs al loopt de ceremonie niet zoals gepland, hij blijft rustig lachen en wachten. En dan … even plots als hij gekomen was, verdwijnt hij weer van het podium. Iedereen keert terug naar zijn plaats, nog steeds napratend over wat er allemaal gebeurd was.

Terwijl we nog een glas drinken, komen ze me halen voor een interview voor de camera. Toch wel een spannend momentje om uit het niets in het Engels op vragen te antwoorden. Tenslotte vragen ze me om een oproep in te spreken voor het volgende wereldkampioenschap in Chicago in 2023. Na een keer of drie staat het erop zoals ze willen. Nu kan ik echt ontspannen en rustig aan tafel gezeten van een pintje genieten. Het is een drukke dag geweest.

Het is een ongelooflijke tocht geweest de laatste jaren met een apotheose om u tegen te zeggen.

Een record raak je kwijt, maar een wereldtitel die blijft en nemen ze je niet meer af

Coach Jeroen Van Nieuwenhove

Tenslotte wil ik een aantal mensen expliciet bedanken: mijn gezin die mij vele uren heeft moeten missen, Joost, Griet, Astrid en Sterre die het allemaal vanop de eerste rij mochten beleven, maar ook alle supporters die vanop het thuisfront mee supporterden. Coach Claire die in al die jaren toch altijd weer met een werkbaar schema op de proppen kwam, Werner, klankbord, fotograaf, reisgezel en kamergenoot bij mijn buitenlandse marathons, kinesist Dennis die af en toe wat werk met me had, DCLA en vooral de Brokkenlopers voor de wekelijkse gezellige babbelloopjes en alle andere sympathisanten die mij een berichtje stuurden. Bedankt!

Abbott World Marathon Majors Wanda Age Group World Championships Awards – The aftermovie

https://fb.watch/gdbyewbBhq/

London marathon | 03 Okt 2021 | 02:28:37

Het verhaal van deze marathon start ongeveer vier jaar geleden. Ik was er net tijdens de New York marathon in geslaagd om sneller te lopen dan de 2u47m in mijn studententijd en was dus op zoek naar een nieuwe uitdaging. Net op dat ogenblik verscheen een klein artikel waar Abbott van de bekende Series en de zes grote Major marathons aankondigde te starten met een Age group World Championship in 2020. Er zouden een aantal atleten uitgenodigd worden om het wereldkampioenschap te lopen op basis van de resultaten van je twee beste marathons in het komende jaar. Het leek mij een mooie doelstelling om me voor dit evenement te kwalificeren en me eens met de beste atleten uit mijn leeftijdscategorie te meten.

In de twee jaar die volgden verbeterde mijn marathontijden stelselmatig zodat de kwalificatie eigenlijk (te) éénvoudig was en gaandeweg verschoof het doel meer naar het behalen van een podiumplaats in het Abbott Age Group World Championship (AGWC). Ondertussen was ook de locatie bekend geraakt, het hele gebeuren zou in April 2020 als onderdeel van de London marathon doorgaan. De uitnodiging viel ergens eind 2019 in de bus. Ik was bijzonder verheugd dat ook Werner Heselmans mijn kamergenoot op verre marathonreizen uitgenodigd werd om aan het AGWC deel te nemen. Dat maakte de belevenis dubbel zo aangenaam. De inschrijving was niet goedkoop (300€), maar hield naast het startgeld voor de London marathon ook een aantal gadgets in en een receptie voor en na de marathon om je mede-atleten beter te leren kennen. Een dergelijk globaal evenement werd natuurlijk niet gespaard door de wereldwijde pandemie en na tweemaal uitstel werd de afspraak uiteindelijk geprikt in het najaar van 2021.

Via een aantal lokale wedstrijden in het Pajottenland en het BK 5000m stoomde ik me in 10 intense weken klaar voor de opdracht. Net na het BK en aan het begin van de taper werd ik door een keelontsteking voor een aantal dagen geveld en tot extra rust genoopt. Een zelftest bracht gelukkig uitsluitsel dat het niet om COVID19 ging en de laatste tempo trainingen stelden me gerust dat de conditie niet verdwenen was. Het simpele feit dat de marathon doorging, betekende niet dat er geen PCR testen of quarantaine aan te pas kwam aangezien het Verenigd Kononkrijk nu ook het verre onbekende buitenland is. We wisselden ook de HST in voor een vliegtuigreis naar London Heathrow om een passage door Frankrijk te vermijden. Voor passagiers die uit Frankrijk kwamen geldden immers strengere maatregelen. Op donderdag volgde de eerste negatieve PCR test die nodig was voor toelating tot zowel het Verenigd Koninkrijk als de marathon beurs. Onder impuls van de pandemie waren een aantal maatregelen genomen. Je kon vooraf een zak afgeven die na de finish opgehaald kon worden waarin naast een beetje drank en voedsel ook de medailles te vinden waren. Ik spreek in het meervoud, want naast de traditionele finishers medaille van de London marathon, was er ook een indrukwekkende medaille voorzien voor de finishers van het eerste age group wereldkampioenschap. Daarnaast zou de start nog meer gespreid worden om zo weinig mogelijk contact met mededeelnemers te hebben. Hoewel niet van toepassing werd gevraagd om slechts één fysieke supporter mee te brengen. Ik twijfel eigenlijk of hier veel gehoor aan gegeven werd aangezien de supporters weer rijen dik stonden.

De vliegtuigreis op vrijdag verliep voorspoedig, net als het afhalen van het startnummer. Als deelnemer van AGWC kregen we een extra nummer met de leeftijdscategorie om op de rug te spelden. Het aantal standhouders op de beurs was duidelijk geïmpacteerd door het virus want beduidend minder dan normaal. Toch was deze dag nog niet ten einde want er wachtte ons nog een receptie in Southwark Cathedral kort bij The Monument langs de oevers van de Thames. We wisten eigenlijk niet wat we mochten verwachten. Vooreerst was er de verrassing dat de receptie wel degelijk in een kathedraal doorging. De prachtig verlichting zorgde voor een prachtig decor. Er werd ons een glaasje Prosecco aangeboden waar we zelf niet konden aan weerstaan, maar het viel ons wel op dat iedereen zowat alcoholvrij dronk. Dat kan wel eens gebeuren als je topatleten – zij het dan op jaren – bijeen brengt. Maar voor ons was het op dit moment vooral ontspannen genieten van de exquise hapjes. We maakten kennis met Lionel en Félix, twee Franse atleten die zichtbaar blij waren dat ze tegen ons Frans konden spreken. Dan was het tijd voor Hugh Basher, de London marathon race director om ons welkom te heten en zichtbaar geëmotioneerd de terugkeer van de marathon in de straten van London aan te kondigen na 889 dagen van afwezigheid. Ook Chris Miller van Abbott onderstreepte de intentie om er een onvergetelijke belevenis voor de atleten van te maken. Na anderhalf uur werden we aangemaand om in stilte de kerk te verlaten omdat de avonddienst moest beginnen.

De volgende dag werd het vooral een dagje van rusten en opnieuw PCR testen onder de naam van de Day2 test, een test die op voorhand gereserveerd dient te worden en binnen de eerste twee dagen van je verblijf in de UK dient uitgevoerd te worden. Omdat er veel regen verwacht werd, deden we onze shakeout run in St James’s Park ‘s morgens hoewel we niet van nattigheid gespaard bleven. Een laatste versnelling om de beentjes wakker te maken voltooide de voorbereiding. Nu restte enkel nog de wedstrijd. Tijdens de nacht was ik er achter gekomen dat ik mijn uurwerklader vergeten was en dat had de nachtrust zeker niet bevorderd. Ondanks verwoedde pogingen om ergens aan een oudere model lader te geraken werd het duidelijk dat ik ten hoogste nog de tijd zou kunnen aflezen op mijn uurwerk daar het batterijniveau onder 10% stond. Het werd dus een wedstrijd op gevoel. Tenslotte omarmde ik de gedachte wetende dat bij voorgaande marathons mijn sportuurwerk ook geen actieve rol had gespeeld. Alles lag nu klaar voor de wedstrijd inclusief de nieuwe Nike Vaporfly Next% 2 schoenen.

Na een vroeg ontbijt zondag volgde een 30 minuten durende treinreis van Victoria station naar Blackheath door de suburbs van London. Een korte wandeling bracht ons naar de groene vlakte van Greenwich waar er al een serieuze bedrijvigheid heerste. Hier moest ik afscheid nemen van Werner want waar hij in de gele verzamelzone (en rode start) verwacht werd, vond ik mijn weg naar de blauwe verzamelzone en start wave 2 in dezelfde kleur. Na de officiële screening tijdens het afhalen van het startnummer was de screening voor de benodigde negatieve PCR test deze keer oppervlakkig en nu ik in het verzamelpunt was bleef er nog een uurtje wachten over. De temperatuur was niet echt laag (11°C), maar toch kon ik , gezeten op de grond en ondanks een warme trainingsvest het bibberen maar moeilijk onder controle krijgen. Misschien was het wel een combinatie van spanning en koude. In ieder geval werd het door een vriendelijke mede-atlete opgemerkt die naast me zat te wachten en ze bood me prompt een extra trui aan die zij niet meer nodig had. Zo kreeg ik het eindelijk toch warm genoeg voor een kleine opwarming achteraan op het terrein. Na het laatse plasje ging startgolf 2 open en konden we naar het volgende verzamelpunt. Eerst was er de start van de rolstoel atleten en de elite dames. Na de start van de elite mannenlopers volgde eerst nog een groep Championship lopers, deze wedstrijd gold ook als het Britse kampioenschap, gevolgd door lopers uit startwave 1, voornamelijk M40 lopers. Uiteindelijk ging ook onze wave van start. Ik stopte nog even om Strava te starten en keek op mijn uurwerk als ik de startlijn passeerde. Het was 9u37m. Vermits Werner in de eerste golf van de rode start zou starten zou hij ongeveer 7 minuten voor mij vertrekken. Ik had berekend dat ik hem ongeveer tussen km15 en km20 zou inhalen. Al na de eerste kilometer had ik het juiste tempo te pakken. Van dan af volgde een inhaalrace die tot de finish zou duren. Het was steeds opnieuw van links naar rechts laveren om een klein gaatje te vinden. Ik was verbaasd hoeveel lopers er voor mij vertrokken waren. De eerste 5km ging in 17m35s, een beetje een voorzichtige start. De volgende 10km ging vlot. Gelukkig gaf mijn uurwerk nog de tijd aan zodat ik elke 20 minuten een Maurten gel kon binnenwerken. Rond km16 was ik ook weer bezig met bevoorrading toen ik Werner mijn naam hoorde roepen. Veel meer tijd dan voor “ha Werner” was er niet. Het was vooral zaak om geconcentreerd te blijven en te blijven naar voor pushen.

Ondertussen werd ik weer massaal aangemoedigd door het Londense publiek. Na halverwege bij 1u13m23s, de Tower bridge overlopen was ook weer een kippenvel momentje. Daarna draaiden we op naar rechts terwijl de spits van de vrouwenwedstrijd ons tegemoet kwam. Bridgit Kosgei volgde op en 20-tal meter achter een viertal. Voor ons lag er nog een 15km te wachten vooraleer we hier zouden voorbijkomen. Eerst moesten we nog naar Canary wharf. Na de M40’ers kwam ik nu stilaan in de Championship lopers en dat gaf mij weer moed. Ondertussen was er één loper die mij voorbij kwam gelopen en waar ik kon bij aanpikken. Maar toen we de bocht naar het westen maakten na 31km ging hij aan de kant en liet het werk aan mij over. Niet toevallig want vanaf nu volgde het lastigste deel tegen de wind in. Ik liet het niet aan mijn hart komen en bleef dezelfde inspanning leveren al besefte ik wel dat dit enkele seconden per km zou kosten. In de laatste 10 kilometer kon ik nog een aantal concurrenten inhalen, maar het werd nu wel zwaar.

Toch voelde ik dat ik niet echt aan het verzwakken was en voor ik wist waren we in de laatste mijlen, dan volgde de laatste kilometer, de laatste 385 yards en dan de lange bocht voor Buckingham Palace naar The Mall met de finish in zicht. Echt versnellen ging niet meer, dan maar gewoon tempo houden en finishen in 2u28m37s, een nieuw persoonlijk record. Onmiddellijk na de finish voelde ik de krampen opkomen. Meteen stroomde ook de berichtjes binnen, niet in het minst van mijn coach Claire Bartholic die mij opnieuw op het rechte pad hield tijdens de voorbereiding. Ik werd 63e in het massa evenement (zonder elite), 14de in het AGWC en 5de in M45. Geen podium maar in de wetenschap dat ik alles had gegeven, was ik toch tevreden.

Na een lange wandeling naar het hotel en een beetje rust en verfrissing, mochten we s’avonds nog naar het Westminster Park Plaza hotel voor een exclusieve receptie en huldiging van de nieuwe wereldkampioenen. Er was duidelijk veel werk gestoken om dit een unieke belevenis te maken. Alle internationale lopers tekenden present, alleen de thuislopers bleken spijtig genoeg niet aanwezig. We maakten er kennis met de ambitieuze Jason Rosamond, die getraind werd door Ryan Hall. Onder luid applaus werd de top 3 van elke categorie vervolgens op het podium geroepen voor een welverdiende trofee en huldiging. Opnieuw zette London hier een prachtig event neer wat maar moeilijk te overtreffen zal zijn. Na het officiële gedeelte werd er nog gepoogd om de atleten aan het dansen te krijgen, maar voor de meesten was het een vermoeiende, maar onvergetelijke dag geweest.

Virtuele London marathon | 04 Okt 2020 | 02:57:52

COVID-19 zorgde ervoor dat de 40e editie van de Londense marathon een virtuele editie werd althans voor de gewone stervelingen. Terwijl de elite lopers rondjes rond St James’ Park in London draaiden, mochten wij zelf ons lokaal parcours uitstippelen om onze eigen virtuele marathon te lopen. Het was waarschijnlijk beter geweest voor de fairplay om te eisen dat het parcours uit één of meer rondjes zou bestaan om zo mogelijk voordeel uit hoogteverschil en wind te beperken, maar er werden geen echte voorwaarden gesteld. Ikzelf hield het kort bij huis en de dag ervoor tekende ik een lus uit van 16km, die ik tweemaal zou lopen, gevolgd door een ingekorte lus van 9 km. Aan het begin van de lus op weg naar Pellenberg was er één stevige, maar geleidelijke beklimming (50 meter klimmen), gevolgd door een steilere afdaling richting Korbeek-Lo om via de Oude baan terug naar Kessel-Lo af te zakken.

Omdat deze wedstrijd geen doel op zich was en om mijn kansen gaaf te houden op het BK 10km op de weg in Lokeren het volgende weekend, was de voorbereiding eerder beperkt gebleven tot een drietal langere lopen. Voor mij was het een lange loop zoals ik er al vele weekends één gedaan had met als enige verschil dat ik het nummer 702 op de borst gespeld had en de London app gebruikte voor de tijdsregistratie. Verder was er niet zoveel speciaal aan deze loop. Het was bewolkt en af en toe een regendruppeltje bij 11°C, dus al bij al behoorlijk loopweer.

Iets voor elf uur stapte ik het huis uit met 2 Maurten gels op zak, zette een flesje cola en water en nog 2 gels klaar als bevoorrading en startte de Garmin en de virtuele run in de speciale “London marathon” app. In mijn oor hoorde ik Steve Cram en Paula Radcliff die mij om de mijl zouden aanmoedigen, met op de achtergrond de joelende Londense crowd. Aan de voeten prijkten geen Nike Vaporfly of Alphafly. Deze bleven in de kast ten voordele van de bijna evenwaardige Nike Fly’s. Het begin ging heel rustig, na de eerste kilometer gaf de Garmin 5m12s aan. Stilletjes aan krikte ik het tempo op. Vooraf had ik gerekend een comfortabel tempo te kunnen lopen aan 4m30/km. Dat lukte aardig in de eerste 5km en deze waren bergop en wind tegen. Het tweede deel van het eerste rondje ging zonder echt te forceren 15 seconden per km sneller.

Na 16 km kwam de eerste passage thuis eraan. Ik nam een 40-tal seconden de tijd om iets te drinken en een extra gel weg te stoppen. Even later volgde er ook nog een sanitaire stop van 30 seconden. Dat alles zorgde ervoor dat ik halverwege 1u32m liet afklokken, maar wel met nog een beetje potentiële energie want ik had juist de tweede beklimming en het ergste stuk wind tegen op de ronde afgewerkt. In mijn hoofd had ik mijn doel ondertussen bijgesteld tot het blijven onder drie uur. Ik wist dat dit zeker haalbaar was, desnoods door in de laatste kilometers iets sneller te gaan. Ik herinerde me nog dat 4m17/km een tijd van rond de drie uur oplevert.

Vermits ik in de tweede ronde van 16km tenminste voor de helft van de kilometers een tijd onder 4min/km zag, wist ik dat het goed zou komen. Ik ving nog vrij fris de laatste ronde van 9km aan. Ik zette mij schrap want op km 34,50 volgde de derde beklimming in het Gasthuisbos op de kasseien. De lange uitloper na het steilste gedeelte zorgde voor een helling van een tweetal km. Bovenaan draaide ik 90 graden richting Pellenberg met de neus pal in een stevige wind voor nog een kilometer zwoegwerk vooraleer om te keren in Pellenberg dorp richting Kessel-Lo. Voor het eerst ging de hartslag boven de 150 bpm en ook de ademhaling werd even meer dan normaal. Het blijft tenslotte een marathonafstand. Het ging nu in een rustig tempo bergaf naar de virtuele meet. De Platte Lostraat heeft toch net iets minder uitstraling dan de Londense Mall. Met de joelende massa in je oor geeft het toch een beetje voldoening al is het maar een zwak afkooksel van de echte ervaring.

Ik finish virtueel als 504e (47e in de leeftijdsgroep M45) en met 2u57m52s bleef ik ruimschoots onder de beoogde drie uur. De prachtige herinneringsmedaille van deze 40e editie zou ik drie weken later met de post ontvangen. Volgend jaar hoop ik echter nog eens de “echte” ervaring in Londen mee te maken.

Nu is het vooral zaak om goed te recupereren om fris aan de start te komen van de laatste afspraak van het zomerseizoen, het BK 10km op de weg in Lokeren.

The longer road to London – deel 5

Na de mooie loopmaanden mei (100km/week) en juni (120km/week) sta ik er terug om nog maar eens aan de marathon specifieke training te beginnen. Begin juli is het met het coronavirus de goede kant aan het opgaan. Er zijn minder besmettingen en alles lijkt terug onder controle. Op 1 augustus zou het Belgisch kampioenschap op de weg in Lokeren doorgaan, een goede graadmeter om te kijken hoe het met de conditie gesteld is. Zoals gepland is het eerste trainingsblok van zes weken (29 juni – 9 aug) voorzien vanaf begin juli.

De opbouw verloopt vlot, toch ben ik niet volkomen pijnvrij en blijf ik last hebben van mijn linkervoet. En hoewel het onder controle is, kun je stellen dat de pijn nu chronisch geworden is. Na een drietal weken in de grote vakantie is het virus terug aan een remonte begonnen en het besef begint te dagen dat het ook deze keer een zeer onzekere rit wordt. Een weekje voor het Belgisch kampioenschap 10km op de weg start ik met een mini taper om toch enigszins fris aan de start te kunnen komen zaterdag. Alles lijkt erop dat een eerste coronaproof loopevenement zou kunnen doorgaan: nummers op voorhand ontvangen, geen podia, start verlegd naar een grotere ruimte, wedstrijden opgesplitst tot max. 200 deelnemers, geen publiek, geen kleedkamers, mondmaskers voor en na de wedstrijd verplicht. We zijn er klaar voor, tot er net daarvoor een piek in de provincie Antwerpen werd vastgesteld en alles weer op scherp wordt gesteld. Op dinsdag wordt beslist om het evenement naar oktober uit te stellen. Weg eerste post-corona wedstrijd.

Nu, andere massa-evenementen – wat stadsmarathons toch zijn – waren al voorgegaan in het annuleren van hun editie: de stad Berlijn gaf geen toestemming voor massa manifestaties, Boston stelde eerst uit en daarna af, daarna volgden ook Chicago en New York. Enkel in London bleven ze zich, met de koppigheid eigen aan de Britse eilanders vastklampen aan een strohalm. Telkens weer werd de definitieve beslissing uitgesteld, tot ze op 6 augustus toch de handdoek in de ring werpen. Op de 40e editie, zal er enkel een professionele versie gelopen worden op een 2 km lang parcours rond St James’s park. Voor de gewone stervelingen komt er uitstel naar 3 oktober 2021 en een virtuele editie op 4 oktober dit jaar. Ook het Abbott wereldkampioenschap voor masters verhuist naar de datum volgend jaar.

Hoewel dit uitstel al een tijdje in de lucht hing, gaf het toch weer een kleine mentale opdoffer. De doelen voor dit jaar moeten nog maar eens bijgesteld worden. De Belgische kampioenschappen worden en passant ook opnieuw uitgesteld naar eind september deze keer. De focus gaat nu naar de kortere afstanden. Dit vereist een aangepaste training met meer snelheid en minder kilometers. Op zichzelf kan een beetje trainingsafwisseling geen kwaad natuurlijk. De verworven snelheid kan ik vast en zeker gebruiken als ik in de toekomst weer eens aan een marathon voorbereiding begin. Nu is het vooreerst zaak om gezond te blijven en op termijn weer een beetje competitie te kunnen doen in kortere wedstrijden. De virtuele editie van de London marathon staat ook op het programma, maar dan eerder als een doorgedreven training.

Het bijgevoegde beeld vat de situatie goed samen: vanuit onze bubbel zien we London in de verte liggen.

Wordt vervolgd… volgend jaar !

Nick Thompson, snelle 40’er en serieuze concurrent

Mijn coach Claire Bartholic interviewt Nicholas Thompson , hoofdredacteur van WIRED magazine als host van de “Run to the Top” podcast.

Nick heeft zowat elke belangrijke Tech CEO geinterviewd als journalist voor CBS News, maar geraakte net als ik pas op latere leeftijd gepassionneerd door hardlopen. Pas toen hij door Nike als proefkonijn voor hun schoenen gevraagd werd, begon hij serieus te trainen. Het resultaat mag er zeker wezen.

Nick liep de Chicago marathon 2019 twee seconden sneller dan mezelf – weliswaar een minuutje voor mij – en was in het klassement net voor mij. In de Abbott world Championship zal hij ook in de M45 categorie uitkomen. Een niet te onderschatten concurrent dus…

Luister naar zijn verhaal, het belang van zijn vader, de passie voor de marathon, maar ook de relativering ervan … met een knipoog – of moet ik knipoor zeggen – van mijn coach naar mij.

The longer road to London – deel 4

Na het uitstel van de Boston marathon, volgt op 13 maart, zes weken voor de geplande datum dan toch eindelijk het onvermijdelijke. De 40e editie van de London marathon wordt uitgesteld naar de herfst, meer bepaald naar 4 oktober. In de wetenschap dat deze epidemie niet onmiddellijk voorbij zal zijn, neem ik onmiddellijk de beslissing om in het geplande vierde trainingsblok (2 Mrt – 12 Apr) het aantal trainingskilometers drastisch terug te schroeven en een tweetal weken rust in te lassen. Vooral het moreel geraakt aangetast. Een trainingscyclus voor een marathon is al een huzarenstukje van wilskracht en overtuiging zonder dat er dan nog virussen roet in het eten komen werpen.

Het is de bedoeling om vanaf april de training terug aan te vatten. Het hervatten na de rust loopt echter niet zoals gepland. Na een kine videoconsult – want het is nog steeds coronatijd – is het verdict: een ontsteking aan de extensie pezen (extensor tendonitis) in de linkervoet. Twee pezen vanboven op de voet zijn overwerkt: extensor digitorum (teenstrekker) en extensor hallucis (grote teenstrekker) en vragen om een beetje rust. Deze blessures komen typisch voor na een te snelle heropstart. Ik dacht dat na de rust en de gelopen volumes 12km wel direct terug haalbaar was, maar blijkbaar protesteren de pezen vaak bij terug belasten. De opgelegde oefening bestaat uit de voet strekken en plooien met gestrekt en geplooid been met een weerstandsband, 3x per dag. Het is bekend dat peesblessures taai zijn en het een tijdje duurt voor je hersteld bent. Rust is dan ook weer niet goed, je moet de zaak in beweging houden en met “lichte” pijn lopen. De belasting moet echter beperkt blijven. Hoewel de blessure begin april opkwam zou het tot begin mei duren vooraleer de pijn bij het gewoon stappen verdwijnt.

Gelukkig is er tijd. Van wedstrijden is er voor augustus geen sprake meer, ook alle Belgische kampioenschappen worden uitgesteld. Dan toch nog iets positief aan deze corona epidemie: ik kan iets langer regerend 10.000m Belgisch kampioen blijven.

Half mei is de blessure onder controle, maar nog niet verdwenen. Het trainingsvolume wordt terug iets opgedreven om tot een normaal niveau te komen begin juli om dan de marathon specifieke training van een drietal maanden of 12 weken aan te vatten. Ik mik hierbij op twee blokken van 6 weken en een taper van 2 weken. Blok 1 (29 juni – 9 aug) en Blok 2 (9 aug – 20 sept). In mei en juni wordt vooral op kracht getraind in combinatie met een uitbreiding naar +100km wekelijkse afstand, om terug het niveau te halen.

We weten nu dat de competitie tegen augustus zal hervatten, met de Belgisch Kampioenschap voor masters outdoor in het laatste weekend van augustus.

The road to London – deel 3

Het derde trainingsblok (20 Jan – 1 Mrt) luidde ook de marathon specifieke training in. De kortere sprint intervaltrainingen verdwenen nagenoeg compleet uit het trainingsschema en langzaam werd opgebouwd met steeds langere tempo intervallen. Daarnaast was er vooral veel ruimte voor trage duurlopen.

Het doel om naar een gemiddelde van rond de 135 km per week te werken, werd (nog) niet volledig bereikt. Het trainingsvolume bleef beperkt tot een gemiddelde van 123 km/week en een gemiddelde lange loop van 29 km.

Eén van de redenen is ongetwijfeld de kuitblessure die ik opliep tijdens een doorgedreven tempo training in de laatste week van februari. Marathontraining is vaak op de rand van het haalbare en deze keer was ik er net over. Ook een extra rustdag kon niet verhinderen dat ik een zeurende pijn voelde als ik mijn rechterbeen naar voren plooide. Een bezoekje aan de kine drong zich dus op. Het verdict was een overwerkte digitorum longus, een diepe kuitspier aan de achterkant van het scheenbeen met een connectie naar de voetboog. De marathon en de training kwamen niet echt in gevaar, maar ik moest het even een beetje kalmer aan doen om de spier na (een pijnlijke) behandeling de kans te geven om tot rust te komen.

Ik stond nu voor een dilemma aangezien ik net in het weekend de 10 miles van Charleroi als testwedstrijd op het programma had staan. Medisch gezien was er geen reden om niet van start te gaan al was er een grote kans dat de spier bij extreme inspanning er opnieuw slechter aan toe zou zijn met een langer herstel tot gevolg. Aan de andere kant was deze wedstrijd ingepland als een graadmeter voor de conditie en een extra motivator om te blijven trainen (bij gunstig resultaat).

De vraag die ik dus moest beantwoorden was wat ik bij deze wedstrijd zou winnen en of dit opwoog tegen de mogelijke risico’s. En eigenlijk was deze afweging gauw gemaakt. Ik had net op training een hele goede sessie gelopen dus ik wist dat de conditie goed zat in die mate dat er misschien wel een PR in zat voor de 10 miles. Dit was echter niet mijn doelwedstrijd. Mijn gedachten en focus waren bij London en het leek mij gewoon verstandig om dan ook volledig deze kaart te trekken, daarbij gesteund door mijn coach die me enkel met een blessure wil zien racen als die licht is en als het om een echte doelwedstrijd gaat. Dus exit tripje naar Charleroi en in de plaats een lange duurloop, die ik trouwens volledig pijnvrij kon afwerken. Dus het ziet er naar uit dat we terug naar de gewenste loopvolumes zullen kunnen evolueren en dit op een pijnvrije manier.

In het komende vierde (2 Mrt – 12 Apr) en laatste voorbereidingsblok van 6 weken moet al het voorgaande trainingswerk culmineren in vier goede trainingsweken vooraleer de taper in te gaan. Op het einde van maart is een test voorzien met de halve marathon van Gent. Er zijn langere tempo intervallopen (tot 10 km per interval) gepland. De kracht- en fitnessoefeningen blijven nu op een constant volume (3 à 4 maal per week).

Verder blijft het vooral zaak om gezond te blijven in tijden van corona. Ook het gevaar van uitstel of afstel van de Londen marathon blijft reëel, na het annuleren van de marathon van Tokio voor het grote publiek en het verschuiven van de marathon van Parijs naar het najaar. Dit zijn echter externe omstandigheden waar ik sowieso geen vat op heb, dus het heeft niet veel zin me daar zorgen om te maken. Voorlopig gaat de training door zoals gepland.

The road to London – deel 2

Aan het einde van het tweede trainingsblok (8 Dec – 19 Jan) van 6 weken richting London wordt het tijd om nog eens een stand van zaken op te maken.

Met een gemiddelde van 94 km per week en 24 km voor de langste wekelijkse loop kom ik dicht bij de geplande 100 km per week voor deze periode. Ook de geplande wekelijkse lange loop van 25 km werd vlot afgewerkt.

Dit blok werd gestart met een loop-analyse om te kijken welke de grootste verbeterpunten waren ter optimalisatie van de loopefficiëntie en waar dus gedurende de winter aan gewerkt kon worden. De beelden van zowel sprints als marathontempo werden hiervoor gebruikt. Bij de sprints viel het vooral op dat ik geen sprinter ben. Ik zakte teveel in elkaar en maakte me niet groot genoeg. Een patroon dat we ook terug zien tijdens het lopen van marathontempo: de heup aan de rechterkant zakt door wat gecorrigeerd wordt aan de linkerkant door de arm iets meer uit te steken. Hetzelfde zagen we ook al op foto’s in de laatste kilometers van de marathon. Het benenwerk onderaan was eigenlijk wel in orde, alleen was de timing net te traag om onder het zwaartepunt te landen waardoor ik nog een tikkeltje overstride. In de komende tijd zal het dus zaak zijn om de bilspieren verder te versterken en te activeren en me daarbij ook steeds groot te maken. Daarnaast zal er in beperktere mate ook op de explosiviteit gewerkt worden voor een betere timing. Ik startte samen met kine Dennis Laerte, zelf één van de Belgische top marathonlopers, een lange termijn programma met een zestal nieuwe oefeningen om de zes weken om er voor te zorgen dat alles gevarieerd en efficiënt bleef. De oefeningen zelf voerde ik 3 tot maximaal 4 keer in de week uit.

De looptraining concentreerde zich nu vooral op kortere – lees 5 en 10 km – afstanden en het snellere trainingswerk werd daar ook naar aangepast. Alles verliep naar wens tot ik tijdens een rustige loop op 16 december door een uitstekende stoeptegel uit evenwicht geraakte, struikelde en vol op mijn linkerzijde terecht kwam. Naast enkele schaafwonden was het vooral mijn heup die de volle slag had opgevangen. Na een minuutje zittend te zijn bekomen, was ik vooral opgelucht dat ik toch nog kon staan en lopen zij het niet pijnvrij. De volgende dagen was alles stijf en stappen en slapen ging moeilijk. Een extra rustdag drong zich op, maar daarna kon ik toch de training – met een gereduceerd volume – hervatten. De krachtoefeningen moest ik tijdelijk on hold zetten. Een marathontraining loopt zelden zonder onvoorziene tegenslagen en er was nog tijd, dus zeker geen reden tot paniek.

Het zou tot de week van de Eindejaarscorrida in Leuven duren voor alle wonden geheeld waren en ik terug normaal en met volle mogelijkheden kon lopen. De corrida, een thuiswedstrijd bevestigde samen met de NYRR virtuele nieuwjaarsloop en het Provinciaal crosskampioenschap te Gooik dat ik op de goede weg was. Zoals voorzien is de basissnelheid aanwezig en werken we gestaag aan een hoger trainingsvolume.

In het volgende en derde voorbereidingsblok (20 Jan – 1 Maa) van zes weken is de opbouw naar 135 km per week gepland. Daarbij gaat de volledige focus naar training zonder wedstrijden die nu teveel tijd kosten in taper en recuperatie. Naar het einde van dit blok, en bij het begin van het laatste blok staat er een test van 10 miles op het programma om te kijken waar we conditioneel staan. Optioneel staat nog het Vlaams cross kampioenschap in Rotselaar geprogrammeerd, maar dat zal eerder als training dan als doel worden gebruikt.

Chicago marathon | 13 Okt 2019 | 02:29:15

Om mijn vijfde “major” ster te verdienen moest ik terug de Atlantische Oceaan over. Na een vlekkeloze en blessurevrije voorbereiding had ik het vormpeil eindelijk terug bevestigd gezien tijdens het BK Halve marathon in Wevelgem. Ook de externe factoren zoals het weer kondigden zich excellent aan. In de laatste twee weken bleef de weersverwachting immers constant in de voorspelling van droog weer met ideale marathontemperaturen. Toch zakten de temperaturen van de voorspellingen eens in Chicago aangekomen stilaan naar het vriespunt. Gelukkig was ik opnieuw goed voorzien van wegwerpkledij bestaande uit een trainingspak en een Buff dit keer. In de Walgreens kocht ik nog een paar extra lichte wegwerphandschoenen.

De ultieme droom was nog steeds om onder de 2u30 te lopen, maar 2u34 leek mij een meer realistische en haalbare kaart.

Op de dag van de waarheid ging de wekker rond 5 uur af, zodat we twee uur voor de wedstrijd klaar waren met ontbijten. Het was een licht verteerbaar ontbijt dat uit “Belgisch” brood van de Pain Quotidien met confituur bestond. De voorraad die meeging bestond uit 5 Maurten 100 gels, 3 met en 2 zonder cafeïne en een hotshot tegen de krampen. Daarnaast was er nog een flesje met een Maurten 300 Drink mix om de eerste voorraad van koolhydraten te leveren, wat net voor de start genuttigd moest worden.

Met dit in de zakken stapten we nog in het donker de stoep van het Congress Plaza hotel af en sloten we aan in de rij om de startzone te betreden. Door handig een nieuw openende rij te kiezen voor lopers zonder gear check – naar het hotel terug gaan na de finish zou immers minder ver zijn, dan terug naar de gear check – konden we quasi onmiddellijk richting Corral A doorstappen.

De belangrijke beslissingen waren reeds de vorige avond genomen: singlet en korte broek ondanks de voorziene 6°C. Net voor het binnengaan van het Corral was er nog gelegenheid voor een laatste sanitaire stop. Eens in het Corral ontstond er een klein opwarmrondje achteraan waar in file de opwarming gebeurde. Ik deed mijn gebruikelijke opwarmingsoefeningen die ik vrijwel elke loop doe. Qua schoeisel konden we kort zijn 95% had ofwel groene ofwel roze Nike Vaporfly Next schoenen aan. Gegeven de prijs van dit schoeisel stond er voor een mooi kapitaal bij elkaar.

Omdat zonder bril de armbanden met tussentijden die ze op de Expo uitdeelden voor mij niet leesbaar zijn en al zeker niet wanneer ik aan het lopen ben en ze bovendien geen tussentijden onder 3u hadden, had ik de avond voordien wat studiewerk verricht om de tussentijden voor eindtijden tussen 2u30 en 2u34 van buiten te leren.

Een tiental minuten voor de start kwamen de dames en heren elite lopers van rechts uit de VIP area vooraan aansluiten. Met nog een drietal minuten te gaan was het moment aangebroken om de laatste kledingstukken uit te doen en naar de kant te werpen. Jaarlijks haalt de organisatie zo 9 ton kledij op die aan AmVets – Amerikaanse veteranen – gedoneerd wordt. Na het Amerikaans volkslied en de finale voorstelling van de toppers kon er gestart worden. Er werd een minuut tussen de elite en recreatieve lopers gewacht. Meteen na de start gingen we kort ondergronds. Omdat de straten breed genoeg waren, was het geen probleem om je weg te vinden. Na een wat langzame kilometer van 3m40s kwam ik langzaam in het ritme. Ik sloot aan in een groepje van vier lopers dat langzaam van groepje naar groepje naar voor liep.

Na drie kilometer zag ik plots een atlete stappen met de vlechten die ik als die van Jordan Hassay, één van de Amerikaanse topfavorieten thuisbracht. Toen ik er voorbij was keek ik bewust achterom om de bevestiging te krijgen op haar borstnummer dat zij het inderdaad was. Achteraf bleek een gescheurde hamstring de schuldige te zijn.

Na mijl 8 bereikten we het meest noordelijke punt van het parcours en hield ik me bewust wat in wetende dat de wind nu een paar mijl in het nadeel zou blazen. Ik zorgde ervoor dat ik goed uit de wind zat, er was nog tijd genoeg om energie te verbranden. Er vormde zich een groepje van een 10-tal atleten waar ik me steevast met gemak op de tweede rij kon handhaven. Halverwege kwamen we door in 1u14m31s, nog steeds op schema om een knappe tijd neer te zetten.

Op een normale dag begin ik na 25km de vermoeidheid te voelen, maar niet op deze dag. Op een normale dag val ik stilaan stil en beginnen er van achter weer lopers me in te halen, maar niet op deze dag. Op een normale dag begin ik na 32 km de opkomende krampen te voelen, maar niet op deze dag. Op deze uitzonderlijke dag bleven de vermoeidheid en de krampen weg en bleef ik onverminderd lopers en vooral veel sub-elite loopsters inhalen.

In de laatste 8km was het tempo toch lichtjes naar beneden gegaan. In de laatste kilometer wachtte nog Mount Roosevelt – een 200m lange helling waar de krampen tenslotte toch op de loer lagen, maar eens boven was het links afslaan en dan nog een 200 meter bergaf naar de finish. Ik keek nog een laatste keer op mijn uurwerk, maar ik wist dat ik nog ruimschoots genoeg tijd had om onder de 2u30 aan te komen om mijn lange termijn droom in vervulling te zien gaan. Na 2u29m15s ging ik met de armen in de lucht over de streep.

Daarna volgde de ontlading en ook het ongeloof. 133e en tweede in mijn leeftijdsgroep (M45), de kloof met de toppers in mijn leeftijdsgroep was eindelijk gedicht.

Dit was mijn persoonlijke geschiedenis, maar er waren ook Bashir Abdi met een Belgisch record in 2u06m14s en vijfde plaats en een nieuw wereldrecord bij de vrouwen van Brigid Kosgei in 2u14m04s, waarmee ze het 14 jaar oude record van Paula Radcliff die zelf ook aanwezig was verbeterde. Ook mijn vaste kamergenoot Werner Heselmans, die ook maar sneller wordt met de jaren, zorgde voor een PR met 2u49m37s. Kortom genoeg redenen om na een deugddoende opfrissing te gaan vieren in het trendy restaurant The Gage op Michigan Avenue met een bruisende coupe Champagne. Na al die koolhydraten viel de vettige hamburger met frietjes des te meer in de smaak.

En de volgende dag genoten we naast een dagje sight-seeing ook van de obligate fotosessie aan Cloud gate, één van de vele landmarks in Chicago en vanwege de boonvormige gelijkenis ook wel The Bean genoemd.